NL
Personen, die de bedieningshandleiding niet kennen, mogen de
pomp niet gebruiken!
Waarvoor wordt de pomp gebruikt? Dompelpomp met een volledig in
kunsthars gegoten motor.
Deze beekloop-pompen zij n te vinden in water, tij nvij ver, visvij ver of
fonteinen, voor het gebruik van fi lteranlagen, beekjes of stroompjes,
watervallen etc. zoals bij v. voor waterbeluchting en omwoeling.
Het gebruik in of aan zwembaden is niet toegestaan!
Voor technische gegevens kunt u het beste het kenplaatje verwij deren.
Zekerheidsvoorschriften
- Let op! Het gebruik in de tuinvij ver en het gebied er omheen is alleen
toegestaan als het apparaat geinstalleerd is volgens de geldende
voorschriften. Ga naar uw elektro-vakhandel voor een goede installatie.
- Voor het in gebruik nemen: Controleer de stroomleiding en de stekker
op beschadigingen.
- Stroomvoorziening en aard van stroom dienen met de gegevens op het
kenplaatje overeen te komen.
- De pomp mag alleen over een verliesstroomautomaat
(FI-schakelaar, 30mA) aan een goede zekerheidskontaktdoos
aangesloten worden.
- De aansluitings- stekkerdoos dient te worden aangebracht op een
plaats die vrij is van water en die minstens 2 meter afstand heeft van de
vij verrand (zie afb. 1).
- Stroomstekker voortdurend beschermen tegen elke vorm van
vochtigheid.
- U dient de stekker uit het kontakt te trekken bij het werken en
repareren aan de pomp, de bronnen of de vij ver. De pomp mag
niet aanstaan om het moment dat er mensen in het water bezig
zij n (de pomp dient dan losgekoppeld te worden van de stroom-
voorziening)!
- Belangrij k! In het geval van beschadigingen van de stroomleiding of de
aansluiting aan de behuizing van de motor is de pomp niet langer
bruikbaar. Een reparatie is niet mogelij k omdat de stroomleiding vast
vergoten is in de motorbehuizing.
- De pomp dient nooit opgehangen of getransporteerd te worden aan de
stroomleiding (kabel) zelf.
- Pomp uitsluitend in het water gebruiken!
- system-X 2501, system-X 3500, system-X 4500 - Deze pomp
heeft een permanent magneet. Hun magneetvelden kunnen een
storing van pacemakers veroorzaken, elektrische/elektronische
componenten storen en datadrager wissen.
Personen met pacemakers moeten een veiligheidsafstand van
minstens 1 m tot de pomp houden.
Inbedrij fstelling (zie afb. 1)
Belangrij k! De pomp mag niet „droog" lopen. Anders is schade aan
het apparaat niet uitgesloten.
- Dompel de pomp in de vij ver compleet onder water. Hierbij dringt water
in de pomp.
- Voor het gebruik onder water moet de waterstand ca. 20 cm bedragen,
zodat de pomp geen lucht aanzuigt.
- De watertemperatuur mag de 35°C niet overschrij den.
- De pomp moet tegen vorst worden beschermd.
- U kunt de pomp inschakelen door de netstekker in het stopcontact te
steken.
- Plaats de pomp, om onnodige vervuiling te vermij den, boven de
slibafzettingen, stabiel en horizontaal (stenen plaat), in uw vij ver!
- U kunt aan de schroefdraadaansluitingen van de pomp toebehoren
aansluiten.
- Bij het gebruik van fonteinsproeiers moet de pomp stabiel en
horizontaal staan (stenen plaat).
Demonteren / Monteren system-X 1501 (zie afb. 2 - 5)
1. Let op de veiligheidsmaatregelen.
Stekker uit het stopcontact halen!
2. Druk de twee strippen aan de voorkant van de pomp naar binnen,
schuif de bovenste schaal (1) omhoog en verwij der deze.
4
3. De complete pomp (8) uit de onderste schaal (2) halen.
4. Draai het inlaatdeksel (6) met de wij zers van de klok mee en trek het
uit de pomp (8).
5. In het inlaatdeksel (6) resp. op de as (4.3) zitten de lagerdrager
vooraan (4.5) en een taatslagerschij f (4.4)!
6. Trek de rotor (4) uit de pomp (8).
7. De rotor cpl. (4) kan op de as (4.3) worden gedraaid.
8. Ook de waaier (4.2) en de magneet (4.1) kunnen onder een bepaalde
hoek ten opzichte van elkaar worden gedraaid.
9. Trek de as (4.3) voorzichtig uit de pomp (8).
10. Om de lagerdrager achteraan (4.5) er met de taatslagerschij f (4.4),
uit te drukken, maakt u gebruik van een stift.
11. Deze stift steekt u in het kleine gat aan de achterzij de van de
pomp (8) en hiermee schuift u de lagerdrager achteraan (4.5) met de
taatslagerschij f (4.4) eruit.
12. Reinig alle onderdelen uitsluitend met schoon water, zodat deze
gemakkelij k kunnen worden bewogen.
Geen scherpgerande voorwerpen als hulpmiddel gebruiken.
13. Monteer de pomp als volgt:
13.1. Steek de lagerdrager achteraan (4.5) met de taatslagerschij f (4.4)
op de as (4.3) en schuif dit de pomp (8) in.
13.2. Steek de rotor (4) op de as (4.3).
13.3. Steek de lagerdrager vooraan (4.5) met de taatslagerschij f (4.4) op
de as (4.3).
13.4. Schuif het inlaatdeksel (6) verdraaid in de pomp (8) en draai het tot
aan de aanslag tegen de wij zers van de klok in.
13.5. De pomp (8) in de onderste schaal (2) zetten.
13.6. De bovenste schaal (1) tegen de twee achterste haken van de
onderste schaal (2) aan zetten en in de voorste strippen laten
vastklikken.
Voor een lange levensduur herhaalt u dit onderhoud regelmatig, na
vervuiling of een langere ingebruikname.
Demonteren / Monteren system-X 2501, system-X 3500,
system-X 4500 (zie afb. 2, 3, 4 + 6)
1. Let op de veiligheidsmaatregelen.
Stekker uit het stopcontact halen!
2. Druk de twee strippen aan de voorkant van de pomp naar binnen,
schuif de bovenste schaal (1) omhoog en verwij der deze.
3. De complete pomp (8) uit de onderste schaal (2) halen.
4. Draai het inlaatdeksel (6) met de wij zers van de klok mee en trek het
uit de pomp (8).
5. In het pomphuisdeksel (6) of op de as (5.2) zitten de asdop (5.4) en
een asschij f (5.3) erachter.
6. Haal de rotor (5) uit het motorhuis (8). Let op! De rotor (5) heeft een
zeer sterk magneetveld.
7. Haal de as (5.2) voorzichtig uit het motorhuis (8).
8. Om de asdop (5.5) met de asschij f (5.5) er uit te drukken kan er
gebruik worden gemaakt van een stift.
9. Deze stift moet in het kleine gat aan de achterzij de van het
motorhuis (8) gestoken worden en schuif hiermee de asdop (5.5)
met de asschij f (5.3) eruit.
10. Reinig alle delen met schoon water, zodat de delen weer makkelij k
bewegen. Gebruik hierbij geen schurende of snij dende
hulpmiddelen.
11. Monteer de pomp als volgt:
11.1. Steek de asdop (5.5) met de asschij f (5.3) op de as (5.2) en schuif
deze in het motorhuis (8).
11.2. Schuif de rotor (5) over de as (5.2). Pas op! De rotor (5) heeft een
sterk magnetisch veld dat de rotor (5) in het motorhuis (8) trekt.
11.3. Steek de asschij f (5.3) en de asdop (5.4) over de as (5.2).
11.4. Schuif het inlaatdeksel (6) verdraaid in de pomp (8) en draai het tot
aan de aanslag tegen de wij zers van de klok in.
11.5. De pomp (8) in de onderste schaal (2) zetten.
11.6. De bovenste schaal (1) tegen de twee achterste haken van de
onderste schaal (2) aan zetten en in de voorste strippen laten
vastklikken.
Voor een lange levensduur herhaalt u dit onderhoud regelmatig, na
vervuiling of een langere ingebruikname.
5