Indirect grillen
Om de brandstofbak gereed te maken voor het indirecte
grillen, plaatst u de zogenoemde koolroosters (meestal
verticale roosters van staaldraad) in de hiervoor bestemde
1
3
bevestigingen in de bak of op het koolrooster. Op deze
manier wordt de brandstofbak in drie zones verdeeld: zone
1 en 3 zijn de tussenruimten tussen de koolroosters en de
zijwand van de bak.
Zone 2 is de ruimte tussen de koolroosters. Deze ruimte
blijft vrij. Hier kunt u eventueel een druppelbak op een bord
voor het opvangen van druppelend vet plaatsen. De zones
1 en 3 vult u met brandstof. Steek de brandstof conform de
instructies aan. Zodra de optimale gloeitoestand is bereikt,
kunt u beginnen met het indirecte grillen.
Het grillrooster dat boven de gloed hangt is meestal
dusdanig van vorm dat boven de zones 1 en 3 nog plaats
voor direct grillen over blijft, zodat beide varianten
gelijktijdig kunnen worden uitgevoerd. Voor het
langzamere en voorzichtige indirecte grillen hebt u altijd
een kap nodig. Hiermee dekt u de brandstofbak af en
ontstaat er een gesloten garingsruimte.
De ontluchtingsschuiven op de bodem van de brandstofbak
en aan de bovenzijde van de kap dienen bij indirect grillen
te worden geopend om zuurstof aan te voeren. Hierdoor
2
werkt de garingsruimte als een circulatiehaard. De
bereidingstijd is bij indirect grillen natuurlijk aanzienlijk
langer dan bij direct grillen. Het is echter niet nodig de
etenswaren om te keren; u hoeft de kap dus niet vaak te
openen. De warmtetoevoer vindt van alle kanten plaatst.
16