Jack-constructie:
A: Trek de opvanggordel als een jack aan; B: Steek de gesp
op borsthoogte door het valbeveilingsoog; C: Sluit de gesp met het
tegenstuk; D: Sluit de gesp op bekkenhoogte, indien aanwezig,
zoals op de foto;; E: Sluit beide beenlussen zoals afgebeeld met
de gesp. Let erop dat de gordelbanden niet verdraaid zijn;
F: De gordel moet zoals getoond in afb. 3.4 zodanig worden
ingesteld dat er ruimte voor twee vingers tussen het lichaam en de
gordel is. De achterplaat met het valbeveilingsoog moet tussen
de schouderbladen liggen.
V-constructie:
A: Stap met de benen in de beenlussen zodat de in B getoonde
vastbindlus zich vooraan bevindt. De V-gordelband wordt in het
midden over het hoofd getrokken, zodat de karabijnhaak boven het
bekken hangt; B: de karabijnhaak wordt in de vrije lus gehangen;
C: Correcte bevestiging van de karabijnhaak; D + E: De gordelbanden
moeten zodanig worden afgesteld dat, zoals getoond in afb. 3.4,
er ruimte voor twee vingers is tussen het lichaam en de gordel;
F: De V-gordelband moet zodanig worden ingesteld dat rechtop
staan is gegarandeerd is en de gordel strak past.
Jack-constructie 2:
A - C: Trek de opvanggordel als een jack aan (zie jack-constructie
afbeelding A). Steek de brug van de gesp (kleine deel) in het frame
zodat beide gespcomponenten op elkaar liggen zoals getoond
in C; D: Sluit de gesp op bekkenhoogte, indien aanwezig, zoals
op de foto;; E: Sluit beide beenlussen zoals afgebeeld met de gesp.
Let erop dat de gordelbanden niet verdraaid zijn; F: De gordel moet
zoals getoond in afb. 3.4 zodanig worden ingesteld dat er ruimte
voor twee vingers tussen het lichaam en de gordel is. De achterplaat
met het valbeveilingsoog moet tussen de schouderbladen liggen.
Heupgordel-constructie inclusief borstgordel:
A: Stap met de benen in de beenlussen zodat de vastbindlus zich
vooraan bevindt. De schouderbanden worden als een jack
aangetrokken; B: Sluit beide gespen links en rechts naast
de bevestigingsstructuur (valbeveilingsoog); C: Sluit beide
beenlussen zoals afgebeeld met de gesp. Let erop dat
de gordelbanden niet verdraaid zijn; D: De gordel moet zoals
getoond in afb. 3.4 zodanig worden ingesteld dat er ruimte voor
twee vingers tussen het lichaam en de gordel is. De achterplaat
met het valbeveilingsoog moet tussen de schouderbladen liggen.
Heupgordel-constructie:
A: Stap met de benen in de beenlussen zodat de vastbindlus zich
vooraan bevindt. B: Indien er gespen op de heupband (1) en/of aan
de beenlussen (2) aanwezig zijn, sluit deze dan. C: Stel
de gordelband op de heupen en benen met behulp van de gespen
zodanig in dat er ruimte voor twee vingers tussen het lichaam
en de gordel is.
45