2.
Verwijder de deksel van de luchtfilter (20) .
3.
Neem het luchtfilter (23) uit.
4. Was het luchtfilter in lauw zeepsop.
Blaas vuildeeltjes niet weg, gevaar voor oogletsel!
5. Reinig de binnenruimte van de luchtfilter met een kwast.
6. Laat het luchtfilter goed drogen en zet hem weer terug.
7. Breng de luchtfilterdeksel weer aan.
Exploiteer de machine nooit zonder luchtfilter. Stof en vuil
kunnen in de motor geraken en tot beschadigingen aan de
machine leiden.
Vervang het luchtfilter regelmatig.
Beschadigde
luchtfilters
vervangen worden.
Benzinefilter reinigen resp. vervangen
Controleer de benzinefilter (9) bij behoefte. Een verontreinigde
benzinefilter belemmert de brandstoftoevoer.
Open de tankdop (10) en trek de benzinefilter met een
draadhaak door de opening.
⇒ licht verontreiniging
trek de benzinefilter van de brandstofleiding los en reinig de
filter in reinigingsbenzine
⇒ sterke verontreiniging
vervang de benzinefilter
Bougie controleren resp. vervangen
Raak de bougie (18) of bougiestekker (17)
niet aan als de motor draait. Hoogspanning!
Gevaar voor verbranding bij hete motor.
Draag veiligheidshandschoenen!
Controleer de bougie en de elektrodenafstand regelmatig.
Ga hiertoe als volgt te werk:
1.
Trek de bougiestekker van de bougie af.
2.
Draai de bougie los met de meegeleverde
bougiesleutel (26).
De elektrodenafstand moet 0,6 tot 0,7 mm
bedragen.
Reinig de bougie, als deze vuil is.
Monteer de bougie in omgekeerde volgorde.
Bougie niet te sterk aantrekken.
Vervang de bougie:
alle 100 uren of 1x jaarlijks (afhankelijk daarvan, welk geval
−
zich het eerst voordoet)
als het isolatielichaam beschadigd is
−
−
bij sterke elektrode-afbrand
−
bij zeer vuile elektroden of elektroden die bedekt zijn met
een laagje olie
Gebruik de volgende bougies:
NGK-BPM7A; Champion RCJ6Y
Vergelijkbaar met type:
BOSCH WSR6F
110
moeten
onmiddellijk
Ontstekingsvonk controleren
1.
Schroef de bougie (18) eruit.
2.
Steek de bougiesteker (17) weer vast op de bougie.
3.
Steek bougiesteker door de behuizingsopening. De
bougiesteker moet contact met de motorcarter hebben
(metaal).
Bougiesleutel niet in het bougiegat steken.
4.
Druk de bougie met een geïsoleerde tang tegen het
bougiesleutel (26) (niet in de buurt van het bougiegat).
5.
Zet de AAN-UIT-schakelaar in de positie „START".
Trek aan de startkabel.
Als er geen vonk tussen de elektroden te zien is, kan
de bougie defect zijn.
Geluiddemper / uitlaatopening
1.
Controleer regelmatig of de schroeven (D) van de
geluiddemper (7) niet losgeraakt zijn.
Als ze loszitten, moet u ze stevig vastdraaien.
Haal de schroeven van de geluiddemper niet aan, als
de motor heet is.
2.
Reinig de uitlaatopening (21) regelmatig.
Verzorging
Reinig de heggenschaar zorgvuldig na ieder gebruik, opdat de
foutloze werking blijft bewaard.
Draag bij het reinigen van de snijvoorziening
veiligheidshandschoenen!
Reinig de behuizing met een zachte borstel of een droge
doek.
Water, oplosmiddelen en polijstmiddelen mogen niet worden
toegepast.
Let erop dat de ventilatiegleuven voor de motorkoeling vrij
zijn (gevaar van oververhitting).
Om het brandgevaar te reduceren, let erop, dat de motor en
de geluidsdemper vrij van bezinksels, gebladerte of
vrijkomend smeermiddel zijn.
Reinig de snijvoorziening regelmatig met een borstel of een
doek.
Reinig de messen nooit met water ( gevaar van corrosie!)
Alle bewegende delen regelmatig reinigen en oliën
Nooit vet gebruiken!
Maak gebruik van milieuvriendelijke olie.
Transport
Schakel voor het transporteren van het apparaat de motor
uit, wacht u tot de snijvoorziening stil staat en breng de
messenbeveiliging aan.
Draag het apparaat aan de voorste handgreep.
Transporteer het apparaat in de auto alleen in de kofferbak
of in een aparte transportruimte. Beveilig de heggenschaar
hierbij tegen omkantelen, beschadigingen en het uitstromen
van brandstof.