W
W
e
e
r
r
k
k
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
• Snij geen dun struikgewas of snijhout. Het toestel is voor
deze werkzaamheden niet geschikt.
• Snij grotere takken in meerdere deelstukken af, om
splinteren en knikken te voorkomen.
• Snij geen takken, waarvan de doorsnede de snijlengte van
het toestel te boven gaat.
• Plaatst u zich nooit direct onder een te zagen tak.
• Let vooral op vallende takken.
• Let vooral op terugslagende takken.
Draag steeds een helm om zich tegen vallende takken te
beschermen.
Trapsgewijze snoeiing
voor horizontale, niet koplastige takken
Het takstuk valt gecontroleerd zonder te omkantelen naar
beneden.
Zet de eerste snede van beneden, ca. een derde van de
asdoorsnede.
De tweede snede vindt op dezelfde hoogte plaats dan de
eerste snede, of verder naar binnen verzet (negatief
breukniveau).
Verwijder het resterend takstuk.
Fout bij trapsgewijs snoeien!
Wordt de snede verzet naar buiten uitgevoerd (positief
breukniveau) en oversneden, kan het toestel worden
meegesleurd.
R
e
i
n
i
g
i
n
g
R
e
i
n
i
g
i
n
g
Voor aanvang van iedere onderhouds- en
reinigingsbeurt
− Motor afzetten!
− Stilstand van het snijwerktuig afwachten
− Bougiestekker uittrekken
− Draag veiligheidshandschoenen om
verwondingen te voorkomen.
− Voer de onderhoudswerkzaamheden niet in de
buurt van open vuur uit. Brandgevaar!
Verdere onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dan die in
dit hoofdstruk staan beschreven, mogen slechts door de
klantenservice worden uitgevoerd.
De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde veilig-
heidsvoorzieningen moeten absoluut weer correct aangebracht
en gecontroleerd worden.
Slechts originele onderdelen toepassen. Andere onderdelen
kunnen tot onvoorspelbare beschadigingen en verwondingen
leiden.
96
e
e
s
s
-
-
z
z
a
a
a
a
g
g
t
t
e
e
c
c
h
h
n
n
i
i
e
e
k
k
e
e
n
n
e
n
o
n
d
e
r
h
o
u
d
e
n
o
n
d
e
r
h
o
u
d
O
O
Het snijwerktuig staat na het uitschakelen niet meteen stil.
Wacht alvorens u met de reparatie of het onderhoud begint tot
alle delen tot stilstand zijn gekomen.
Opdat een lang en betrouwbaar gebruik van het apparaat is
gewaarborgd, voer de volgende onderhoudswerkzaamheden
regelmatig uit.
Controleer het apparaat op blijkbare gebrekken zoals
− losse bevestigingen
− versleten of beschadigde onderdelen
−
verbogen, gebroken of beschadigde snijvoorziening
− tankdop en brandstofleidingen op dichtheid
− correct gemonteerde en onbeschadigde afdekkingen of
veiligheidsvoorzieningen.
Noodzakelijke reparaties of onderhoudswerkzaamheden
dienen vóór gebruik van het toestel te worden uitgevoerd.
L
L
u
u
c
c
h
h
Verwijder stof en vuil regelmatig van het luchtfilter om
− startproblemen,
− vermogensverlies
− een te hoog brandstofverbruik
Reinig het luchtfilter ongeveer om de acht bedrijfsuren en bij veel
stof vaker.
Zet de chokehendel op positie
carburator geraakt.
Maak de luchtfilterafdekking (14) open.
Neem het luchtfilter (15) uit.
Was het luchtfilter in lauw zeepsop.
Blaas vuildeeltjes niet weg, gevaar voor oogletsel!
Laat het luchtfilter goed drogen en zet hem weer terug.
Beschadigde luchtfilters moeten onmiddellijk vervangen
worden.
B
r
a
n
d
s
t
o
f
f
i
l
t
e
B
r
a
n
d
s
t
o
f
f
i
l
t
e
Controleer de benzinefilter bij behoefte. Een verontreinigde
benzinefilter belemmert de brandstoftoevoer.
Open de tankdop (19) en trek de benzinefilter met een
draadhaak door de opening.
⇒ licht verontreiniging
trek de benzinefilter van de brandstofleiding los en reinig de
filter in reinigingsbenzine
⇒ sterke verontreiniging
vervang de benzinefilter
n
n
d
d
e
e
r
r
h
h
o
o
u
u
d
d
t
t
f
f
i
i
l
l
t
t
e
e
r
r
r
r
e
e
i
i
n
n
i
i
g
g
e
e
n
n
, zodat geen vuil in de
r
r
e
i
n
i
g
e
n
/
v
e
r
v
a
n
g
e
n
r
r
e
i
n
i
g
e
n
/
v
e
r
v
a
n
g
e
n