Nederlands
Motor starten
Minstens op 3 m van de plek waar werd
getankt – niet in een afgesloten ruimte.
Alleen op een vlakke ondergrond, een
stabiele en veilige houding aannemen,
het motorapparaat goed vasthouden –
de zaagketting mag geen enkel
voorwerp en ook de grond niet raken,
omdat deze tijdens het starten kan
meedraaien.
Het motorapparaat wordt door slechts
één persoon bediend – geen andere
personen binnen een straal van 15 m
toelaten – ook niet tijdens het starten –
kans op letsel!
De motor starten zoals staat beschreven
in de handleiding.
De zaagketting blijft nog even draaien
nadat de gashendel wordt losgelaten –
naloopeffect!
Stationair toerental controleren: de
zaagketting moet bij stationair toerental
– bij losgelaten gashendel – stilstaan.
Licht ontvlambare materialen (bijv.
houtspanen, boomschors, droog gras,
benzine) uit de buurt van de hete
uitlaatgassen en de hete uitlaatdemper
houden – brandgevaar!
82
Apparaat vasthouden en bedienen
Het motorapparaat voor een veilige
bediening altijd met beide handen
vasthouden – rechterhand op de
bedieningshandgreep – linkerhand op
de steel/maaiboom, ook voor
linkshandigen. De
bedieningshandgreep en de
steel/maaiboom stevig met de duimen
omvatten.
Bij apparaten met een telescoopsteel de
telescoopsteel slechts zo ver uittrekken
als nodig is voor de werkhoogte.
Tijdens de werkzaamheden
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood direct de motor afzetten –
stopschakelaar indrukken.
Dit motorapparaat is niet
geïsoleerd. Minstens
15 m afstand ten
opzichte van elektrici -
teitskabels aanhouden –
levensgevaar door elek -
trische schok!
15m (50ft)
Binnen een straal van 15 m mogen zich
geen andere personen ophouden – kans
op letsel – door vallende takken en
weggeslingerde houtspanen!
Deze afstand ook ten opzichte van
andere objecten (auto's, ruiten)
aanhouden – kans op materiële schade!
Met de zaagbladneus een minimale
afstand van 15 m ten opzichte van
elektriciteitskabels aanhouden. Bij
hoogspanningskabels kan een
vonkoverslag ook over een grotere
afstand voorkomen. Bij werkzaamheden
in de directe omgeving van
elektriciteitskabels moet de stroom
worden uitgeschakeld.
Voor het vervangen van de zaagketting
de motor uitschakelen – kans op letsel!
HT 102, HT 103, HT 132, HT 133