Harvard-Step-Test
Taille in cm
Stap hoogte
<152 cm
30 cm
< 160 cm
35 cm
< 175 cm
40 cm
< 180 cm
48 cm
> 180 cm
50 cm
Om deze test uit te voeren, stapt u iedere 2
seconden op en af de bank (of step).
U stapt dus 30 keer/minuut op de bank, wat
een totaal geeft van 120 op –en afstapjes.
Of u verandert van been of de oefening
uitvoert met hetzelfde been, heeft geen effect
op het resultaat. Meet uw hartslag na 4
minuten oefenen.
Meet dan uw pols 60 seconden na het
beëindigen van de oefening, en na 1 minuut
nogmaals.
U bekomt zo 3 waarden die u gebruikt in
volgende formule :
3000 gedeeld door hartslag A + 3000 gedeeld
door hartslag B + 3000 gedeeld door hartslag
C = uithoudingsindex. Bijvoorbeeld : wanneer
uw eerste hartslag na het beëindigen van de
oefening 160 bedraagt (hartslag A) , 120 een
minuut later (hartslag B) en 100 na 2 minuten
(hartslag C) dan bedraagt uw uithoudingsindex
3000 : 160 = 18.75
3000 : 120 = 25.00
3000 : 100 = 30.00
Uithoudingsindex = 18.75 + 25.00 + 30.00 =
73.75
Aan de hand van onderstaande tabel kan u uw
training aanpassen en zo uw krachten beter
verdelen naargelang de uitslag van deze test.
Als u de uithoudingsindex uit ons voorbeeld
van 73.75 plaatst in onderstaande tabel blijkt
dat deze waarde voldoende is voor iemand
jonger dan 35 jaar en goed voor iemand ouder
dan 35 jaar.
Uithoudings index
Minder dan 35
< 50
onvoldoende
51 – 60
middelmatig
61 – 70
middelmatig
71 – 76
voldoende
77 – 85
goed
86 – 90
heel goed
> 90
uitstekend
Organisatie van de training
Overbelasting
Trainen vraagt om een inspanning, wat wil
zeggen een verbruik van onze reserve-
energie. Deze inspanning zal een daling van
onze prestaties achteraf meebrengen. Deze
inspanning kan alleen teniet gedaan worden
als ons lichaam de tijd krijgt om te herstellen
en te rusten. Een juist trainingsschema bestaat
dus zowel uit een inspanning als uit rust.
Inspanning en ontspanning vormen 1 geheel.
Hoe lang we rust moeten inplannen in ons
trainingsschema is niet eenvoudig omdat dit
afhangt van verschillende factoren zoals het
aantal uitgevoerde oefeningen, de gebruikte
gewichten, het soort oefeningen, de duur..enz.
Bovendien heeft niet elke spier evenveel tijd
nodig om te bekomen. Een kleine spier kan
reeds klaar zijn tijdens het oefenen, terwijl een
grote spier extra tijd nodig heeft.
Om een intelligente training op te stellen,
raden we u aan om enkele constante
parameters te gebruiken tijdens een beperkte
trainingsperiode. Aan de hand van deze
parameters is het eenvoudiger vast te stellen
of uw lichaam voldoende recupereert. Als u
start met het oefenprogramma zal u zich na
elke inspanning "moe" voelen. Uw lichaam zal
echter naargelang de training toeneemt
makkelijker recuperen en na een tijdje zal u
zich niet meer "moe" voelen na een inspanning
Meer dan 35
en zullen uw prestaties verbeteren. Mocht u
zich toch na een tijdje oefenen "moe" blijven
middelmatig
voelen, dan heeft uw lichaam nood aan een
middelmatig
langere recuperatie en is het zelfs aan te
voldoende
raden enkele dagen te stoppen met oefenen
en uw lichaam de nodige rust te geven. U zal
goed
snel merken dat wanneer u het oefenen
heel goed
herneemt uw prestaties sneller zullen
uitstekend
verbeteren dan wanneer u blijft oefenen
uitzonderlijk
zonder te rusten (overbelasting). Niet alleen
dalende of stagnerende prestaties kunnen
wijzen op een overbelasting, ook een
verhoogde hartslag in rust kunnen hiertoe
leiden en dan wordt tevens het risico op
blessures verhoogt.
Trainingsperiode van de spieren
Om een fysieke overlading te voorkomen door
overtraining, is het aan te raden om niet langer
dan 4 tot 6 weken te trainen op één domein.
Deel de training op in verschillende periodes
en verander regelmatig van programma.
Trainingseenheid : dit geeft één
-
trainingssessie weer
Microcyclus : groepeert alle
-
trainingssessies gedurende 1 week
Mesocyclus : groepeert 3 tot 5
-
microcyclussen. Bij spiertraining, is de
mesocyclus een training waarbij men de
nadruk legt op ofwel uithouding, ofwel
toename in grootte, ofwel kracht.
Macrocyclus : groepeert meerdere
-
mesocyclussen en kan enkele maanden
duren (6 tot 12 maanden)