De grasmaaier mag slechts zo sterk
worden belast, dat het
elektromotortoerental daarbij niet
aanzienlijk daalt.
Stel bij een dalend toerental een hogere
snijhoogte in en/of reduceer de snelheid
vooruit.
9.3 Als het maaimes blokkeert
Zet onmiddellijk de elektromotor af en trek
de netstekker eruit. Ruim vervolgens de
oorzaak van de storing uit de weg.
9.4 Thermische
overbelastingsbeveiliging van de
elektromotor
Treedt tijdens het werken een
overbelasting op, dan schakelt de
thermische overbelastingsbeveiliging de
elektromotor automatisch uit.
Oorzaken van overbelasting:
– maaien van te hoog gras of bij te laag
ingestelde snijhoogte,
– te grote snelheid vooruit,
– slechte reiniging van de
koelluchttoevoer (ventilatiesleuven)
– maaimes is bot of versleten,
– niet geschikte of te lange aansluitkabel
– spanningsverlies (
11.1).
Opnieuw in gebruik nemen
Na een afkoelingsperiode van max.
10 min. (afhankelijk van de
omgevingstemperatuur) kan het apparaat
weer normaal worden ingeschakeld
(
11.).
84
9.5 Werkgebied van de gebruiker
● De gebruiker moet zich bij een
draaiende elektromotor om
veiligheidsredenen altijd in het
werkgebied achter de duwstang
bevinden. Neem steeds de door de
duwstang bepaalde veiligheidsafstand
in acht.
● De grasmaaier mag uitsluitend door
één enkele persoon worden bediend,
derden moeten zich buiten de
gevarenzone bevinden. (
10. Veiligheidsvoorzieningen
Voor een veilige bediening en ter
voorkoming van onjuist gebruik is het
apparaat van verschillende
veiligheidsvoorzieningen voorzien.
Kans op letsel!
Bij een eventueel defect aan een
van de veiligheidsvoorzieningen
mag het apparaat niet in bedrijf
worden genomen. Neem contact op
met een vakhandelaar. STIHL
beveelt de STIHL vakhandelaar
aan.
10.1 Veiligheidsvoorzieningen
De grasmaaier is met
veiligheidsvoorzieningen uitgerust om een
onopzettelijk contact met de maaimessen
en het uitgeworpen maaigoed te
voorkomen.
Hiertoe behoren de behuizing, de
uitwerpklep, de grasopvangbox en de
correct gemonteerde duwstang.
10.2 Bediening met twee handen
11
De elektromotor kan alleen worden
ingeschakeld door de startknop met de
rechterhand in te drukken en vast te
houden en daarna de motorstopbeugel
met de linkerhand naar de duwstang te
trekken.
10.3 Uitlooprem elektromotor
Na het loslaten van de motorstopbeugel
4.)
komt het maaimes na minder dan
3 seconden tot stilstand.
Een geïntegreerde uitlooprem verkort de
uitlooptijd tot de stilstand van de messen.
Na het inschakelen van de
elektromotor draaien de messen en
is er een windgeruis te horen. De
uitlooptijd duurt even lang als het
windgeruis na het uitschakelen van
de elektromotor, dit kan met een
stopwatch worden gemeten.
0478 121 9910 A - NL