Hach pH Manuel D'utilisation page 188

Afbeelding 8 Sensor in referentieoplossing
2. Wacht tot de temperatuur van de sensor en de oplossing aan elkaar gelijk zijn. Dit kan wel
30 minuten duren als het temperatuursverschil tussen het proces en de buffer groot is.
3. Druk op menu, selecteer vervolgens SONDE SETUP > [sensor selecteren] > KALIBREREN.
4. Selecteer het kalibratietype:
Optie
1-PUNTS AUTO
2-PUNTS AUTO
(aanbevolen)
1-PUNT MANUEEL
2 PUNT MANUEEL
5. Wanneer er in het menu Security een wachtwoord voor de controller is geactiveerd, dient u het
wachtwoord in te voeren.
6. Selecteer de optie voor het uitgangssignaal tijdens de kalibratie:
Optie Beschrijving
AAN Het instrument verzendt de actuele uitgangsmeetwaarde tijdens de kalibratieprocedure.
BLOKKEREN De sensoruitgangswaarde wordt vastgezet op de actuele meetwaarde tijdens de
kalibratieprocedure.
VERPLAATSEN Een vooringestelde uitgangswaarde wordt tijdens de kalibratie verzonden. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de controller om de vooraf ingestelde waarde te wijzigen.
7. Druk, met de sensor in de eerste referentieoplossing, op bevestigen.
De gemeten waarde wordt weergegeven.
8. Voer, indien van toepassing, de pH-waarde van de referentieoplossing in:
a. Wacht totdat de waarde gestabiliseerd is, en druk vervolgens op bevestigen.
b. Voer de pH-waarde in.
Opmerking: Als de referentieoplossing een buffer is, vindt u de pH-waarde voor de temperatuur van de
buffer op de fles van de buffer. Als de referentieoplossing een monstervloeistof is, bepaalt u de pH-waarde
van de monstervloeistof met een ander instrument.
9. Meet voor een 2-punts-kalibratie de tweede referentieoplossing als volgt:
a. Haal de sensor uit de eerste vloeistof en spoel de sensor af met schoon water.
b. Plaats de sensor in de volgende referentieoplossing en druk vervolgens op bevestigen.
188 Nederlands
Beschrijving
Gebruik één buffer voor kalibratie (bijvoorbeeld pH 7). De sensor herkent
automatisch de buffer tijdens de kalibratie.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de juiste bufferset selecteert in de configuratie-
instellingen van de sensor.
Gebruik twee buffers voor kalibratie (bijvoorbeeld pH 7 en pH 4). De sensor herkent
automatisch de buffers tijdens de kalibratie.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de juiste bufferset selecteert in de configuratie-
instellingen van de sensor.
Gebruik een monstervloeistof met een bekende pH-waarde (of één buffer) voor de
kalibratie. Voer de pH-waarde in tijdens de kalibratie.
Gebruik twee monstervloeistoffen met een bekende pH-waarde (of twee buffers)
voor de kalibratie. Voer de pH-waarden in tijdens de kalibratie.