SCHOKVRIESCYCLUS MET KERNTEMPERATUURVOELER
Om de gewenste kerntemperatuur te wijzigen, gebruikt u de knoppen Up en Down.
Om de ingestelde waarde te bevestigen, drukt u op de knop Snelkoelcyclus met
Kerntemperatuurvoeler.
De opslagtemperatuur wordt nu op de display weergegeven.
Het pictogram van de Snelkoeling blijft branden.
De pictogrammen van de Conserverings- en Kerntemperatuurvoeler knipperen.
Om de gewenste opslagtemperatuur na afl oop van de cyclus te wijzigen, gebruikt u de
knoppen Up en Down.
Om de ingestelde opslagtemperatuur te bevestigen, drukt u op de knop
Snelkoelcyclus met Kerntemperatuurvoeler.
Druk op de knop Stand-by om de cyclus te starten.
Om een Schokvriescyclus met Kerntemperatuurvoeler te selecteren, drukt u op de knop
Schokvriezen met Kerntemperatuurvoeler.
De pictogrammen van de Kerntemperatuurvoeler en Schokvriezen knipperen.
Tijdens het schokvriezen wordt op de display de normale richtwaarde van de
temperatuur van de omgevingssensor weergegeven.
Om de richtwaarde te wijzigen, gebruikt u de knoppen Up en Down.
Om de ingestelde waarde te bevestigen, drukt u op de knop Schokvriezen met
Kerntemperatuurvoeler.
De kerntemperatuur wordt op de display weergegeven.
Het pictogram van Schokvriezen brandt.
Het pictogram van de Kerntemperatuurvoeler blijft knipperen.
Om de richtwaarde te wijzigen, gebruikt u de knoppen Up en Down.
Om de ingestelde waarde te bevestigen, drukt u op de knop Schokvriezen met
Kerntemperatuurvoeler.
De opslagtemperatuur wordt nu op de display weergegeven.
Het pictogram van Schokvriezen blijft branden.
De pictogrammen van de Conserverings- en Kerntemperatuurvoeler knipperen.
Om de gewenste opslagtemperatuur na afl oop van de cyclus te wijzigen, gebruikt u de
knoppen Up en Down.
Om de ingestelde waarde te bevestigen, drukt u op de knop Schokvriezen met
Kerntemperatuurvoeler.
Druk op de knop Stand-by om de cyclus te starten.
67
NEDERLANDS