10. Bediening
10.1 Bedrijf laser (fig. 18)
• Inschakelen: Druk 1x op de aan/uit-schakelaar laser
(33). Op het te bewerken werkstuk wordt een laserlijn gepro-
jecteerd die precies de plaats van de zaagsnede aangeeft.
• Uitschakelen: Druk nogmaals op de aan/uit-schakelaar
laser (33).
10.2 Snijdieptebegrenzing (groef zagen) (fig. 3/13)
m WAARSCHUWING
Gevaar voor terugslag! Bij het aanbrengen van
groeven is het zeer belangrijk dat er geen zijde-
lingse druk op het zaagblad wordt uitgeoefend.
De zaagkop kan anders plotseling omhoog slaan!
Gebruik bij het aanbrengen van groeven een klem-
inrichting. Vermijd zijdelingse druk op de zaagkop.
• Met de schroef (24) kan de snijdiepte traploos worden af-
gesteld. Te dien einde kartelmoer (24a) op de schroef los-
draaien. De gewenste snijdiepte instellen door de schroef
(24) in of uit te draaien. Daarna de kartelmoer (24a) op de
schroef (24) opnieuw aanhalen.
• Controleer de afstelling aan de hand van een proefsnede.
10.3 Seriële snede
Voor terugkerende snedes met dezelfde lengte kan de lengte-
aanslag (37) worden opengeklapt. U kunt de lengteaanslag
(37) zowel aan de rechter- maar ook aan de linkerzijde ge-
bruiken.
• Klap de lengteaanslag (37) omhoog.
• Draai de vastzetschroef voor de werkstuksteun (9) los.
• Trek de werkstuksteun (8) er uit.
• Stel de gewenste afstand tussen het zaagblad en de lengte-
aanslag (37) in.
• Draai de vastzetschroef voor de werkstuksteun (9) weer vast.
• Voer de snedes uit zoals onder 10.4 t/m 10.7 uit.
10.4 Kapsnede 90° en draaitafel 0° (fig. 1/2/7)
Bij zaagsnedes tot ca. 100 mm kan de trekfunctie van de zaag
met de borgschroef (20) in de achterste positie gefixeerd wor-
den. In deze positie kan de machine voor afkorten worden ge-
bruikt. Mocht de zaagsnede boven 100 mm liggen, dan moet
erop gelet worden, dat de borgschroef (20) los en de machi-
nekop (4) beweegbaar is.
Let op!
De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten voor afkortbewer-
kingen van 90° op de binnenste positie worden vastgezet.
• Open de vastzetschroeven (16b) van de verschuifbare aan-
slagrails (16a) en schuif de verschuifbare aanslagrails (16a)
naar binnen.
• De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten zo worden ver-
grendeld, dat de afstand tussen de aanslagrails (16a) en het
zaagblad (6) maximaal 8 mm bedraagt.
• Controleer vóór de zaagsnede of de aanslagrails (16a) en
het zaagblad (6) niet met elkaar in botsing kunnen komen.
• Draai de vastzetschroeven (16b) weer vast.
• Machinekop (4) naar de bovenste stand brengen.
54
NL/BE
• Machinekop (4) aan de handgreep (1) naar achteren schui-
ven en, indien nodig, in deze stand fixeren (naargelang de
snijbreedte).
• Het te snijden hout tegen de aanslagrail (16) en op de
draaitafel (14) leggen.
• Het materiaal op de vaststaande zaagtafel (15) vastzetten
m.b.v. de spaninrichting (7) zodat het tijdens het zagen niet
kan verschuiven.
• Ontgrendel de blokkeerschakelaar (3) en druk op de aan/
uit-schakelaar (2) om de motor in te schakelen.
• Bij gefixeerde trekgeleiding (21): met de handgreep
(1) de machinekop (4) gelijkmatig en met lichte druk omlaag
bewegen tot het zaagblad (6) het werkstuk heeft doorsneden.
• Bij niet gefixeerde trekgeleiding (21): Machinekop (4)
helemaal naar voren trekken. Handgreep (1) gelijkmatig en met
lichte druk helemaal naar beneden duwen. Dan de machine-
kop (4) traag en gelijkmatig helemaal naar achteren schuiven
tot het zaagblad (6) het werkstuk volledig heeft doorsneden.
• Na het zagen de machinekop terug naar zijn bovenste rust-
stand brengen en AAN / UIT-schakelaar (2) loslaten.
Let op! Door de terughaalveer slaat de machine vanzelf
omhoog, daarom de handgreep (1) aan het einde van de
zaagsnede niet loslaten, maar de machinekop langzaam en
onder lichte tegendruk omhoog bewegen.
10.5 Afkortsnede 90° en draaitafel 0°- 45°
(fig. 1/7/8)
Met de afkortzaag kunnen afkortsneden van 0° tot 45° naar
links en van 0° tot 45° naar rechts ten opzichte van de aansla-
grail worden uitgevoerd.
Let op!
De verschuifbare aanslagrail (16a) moet voor 90° afkortsne-
den in de binnenste positie worden gefixeerd.
• Open de vastzetschroef (16b) van de verschuifbare aan-
slagrail (16a) en schuif de verschuifbare aanslagrail (16a)
naar binnen.
• De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten zo worden ver-
grendeld, dat de afstand tussen de aanslagrails (16a) en het
zaagblad (6) tenminste 8 mm
bedraagt.
• Controleer voor het zagen dat tussen de aanslagrails (16a)
en het zaagblad (6) geen botsing mogelijk is.
• Vastzetschroef (16b) terug aanhalen.
• Draai de handgreep (11) los, indien deze is vastgedraaid.
Trek de vergrendelingshendel (35) met de wijsvinger om-
hoog. Zet de draaitafel (14) in de gewenste hoek met be-
hulp van de handgreep (11).
• De naald (12) op de draaitafel moet met de gewenste hoek
van de schaal (13) op de vaststaande zaagtafel (15) over-
eenkomen.
• Trek de handgreep (11) vast om de draaitafel (14) te ver-
grendelen.
• De bewerking uitvoeren als onder punt 10.4 beschreven.
10.6 Versteksnede 0°- 45° en draaitafel 0°
(fig. 1/2/11)
Met de afkortzaag kunnen versteksneden naar links van 0° tot
45° ten opzichte van het werkvlak worden uitgevoerd.
Let op!
De verschuifbare aanslagscheen (16a) moet voor versteksne-
des (schuin staande zaagkop) in de buitenste positie gefixeerd
worden. (Linkerzijde).