3. Ontgrendel het vastzetwieltje [23a] en bedien de knijpkraan [8]. (Afb. 9)
► De knijpkraan moet openen en sluiten.
Laat beschadigde of niet werkende onderdelen onmiddellijk vervangen door onze
serviceafdeling of door onze erkende servicepartners.
Voorbereiden
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht.
Het apparaat moet rechtop staan.
Bij vullen uit een waterleiding mag de leiding of een slang niet in het reservoir steken.
1. Schroef het deksel [19] van het reservoir af. (Afb. 6)
+
In het deksel [19] zijn maatbekers [20] geïntegreerd, die voor het mengen van sproei-
middelen kunnen worden gebruikt. Vul het reservoir voor 1/3 met water, voeg dan het
sproeimiddel toe en vul de rest met water.
2. Giet de sproeivloeistof door de vulzeef [21] in het reservoir. (Afb. 7)
+
Bij apparaten van 18 liter is de maximale vulhoeveelheid bereikt, zodra het vloeistof-
peil zichtbaar in de vulzeef staat.
3. Schroef het deksel [19] op het reservoir. (Afb. 6)
Sproeien
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht. Gebruik het apparaat
alleen rechtop staand of hangend. Voorkom wegdrijven van sproeidruppeltjes naar
niet te behandelen oppervlakken. Neem de voorschriften van de fabrikant van de
middelen in acht.
1. Plaats het apparaat op uw rug. (Afb. 8)
2. Pomp met behulp van de pomphendel [11] langzaam en regelmatig, zodat een cons-
tante sproeidruk in stand wordt gehouden. (→ Tabel 2, Afb. 8)
+
Max. druk mag niet hoger zijn dan 6 bar. Wanneer de maximale druk wordt oversch-
reden, wordt het drukbegrenzingsventiel geactiveerd dat de overdruk uit de drukketel
laat ontsnappen.
+
Om nadruppelen te voorkomen moet u de spuitstok tijdens het eerste sproeien
naar boven houden en de knijpkraan net zolang bedienen tot er geen met lucht
vermengde vloeistof meer uit de sproeier komt.
3. Let op de optimale sproeidruk op de manometer [22] (Afb. 8 en 9).
Sproeier
Druk
2,0 bar
6,0 bar
Tabel 2. Afhankelijkheid: sproeihoeveelheid – sproeidruk
+
Als er met lucht vermengde vloeistof uit de sproeier komt, is het reservoir leeg.
Pomp uiterlijk na elke vijfde vulling het apparaat compleet leeg.
NL
1.1 (eerste uitrusting)
0,56
0,96
80015
Debiet in l/min
0,48
0,85
33
B
8002
0,65
1,13