Tegelijkertijd kan het signaalcontact van
de pomp voor het uitschakelen van de
verwarming of airconditioning worden
gebruikt, zodat in geval van een storing
geen verdere condensaat wordt gepro-
duceerd.
ONDERHOUD
Door de verschillende toepassingen
kunnen verschillende soorten ver-
ontreinigingen optreden: verkalking,
algenvorming en stof op de airconditi-
oning/koeling of korsten veroorzaakt
door zuren in de condensatietechnolo-
gie.
Deze verontreinigingen moeten regel-
matig worden verwijderd om een vlek-
keloze werking en maximale capaciteit
van de pomp te garanderen.
1. Het bovendeel hoeft voor reiniging
of onderhoud niet te worden losge-
schroefd. De condensaatbak wordt
ontgrendeld door de twee zijdelingse
sluitingen 90° te draaien (-> open).
De wijsvingers onder de twee zijde-
lingse sluitingen steken en de dui-
men in de gleuven aan de zijkant, en
dan met uw wijsvingers het bovenste
gedeelte optillen. Bij aan de muur
bevestigde apparaten wordt de bak
naar beneden toe weggedrukt, het
bovenstuk blijft op de muur bevestigd.
2. De vlotter en de condensaatbak rei-
nigen.
3. Vóór de montage de afdichtring met
vet voor sanitair invetten, bijv. warm-
watervet.
4. De terugslagklep op lekkage contro-
leren en reinigen. Daartoe de bajo-
netsluiting van de drukafvoer openen
en deze eruit trekken. Als daar nu
condensaat uitloopt, de slang legen,
rubberen afdichting en kogel reini-
gen en zo nodig vervangen. Dan weer
in elkaar zetten en de drukleiding
met de bajonetsluiting bevestigen.
5. Na
montage
met
(linksachter) een functionele test uit-
voeren. Door lang indrukken (langer
dan 60 seconden en langer dan 120
seconden) kan ook het alarm worden
getest.
Kleine hulp bij storingen
Pomp loopt niet
∙ Testknop indrukken. Als de pomp nu
wel loopt, vlotter controleren en rei-
nigen.
∙ Netspanning, zekering en aardlek-
schakelaar controleren. Defecte ze-
keringen alleen door zekeringen met
dezelfde nominale waarde vervan-
gen. Bij herhaald reageren de klan-
tenservice erbij halen.
∙ Netsnoer beschadigd, vervanging al-
leen door de fabrikant
Verminderde pompcapaciteit
∙ Persleiding, pomp of terugslagklep
verstopt = reinigen LET OP! Indien
mogelijk de slanglengte inkorten of
het uiteinde van de drukleiding wat
dieper leggen. Daardoor neemt de
stroomsnelheid in de slang toe en
worden afzettingen vermeden.
∙ Ter plaatse een slang met een grote-
re binnendiameter (12 mm) gebrui-
ken
∙ Drukleiding is geknikt of platgedrukt
= minimale buigradius van 60 mm in
acht nemen.
∙ Waaier versleten = met speciaal ge-
reedschap door de fabrikant laten
vervangen.
Lekkende terugslagklep
∙ Klep is vuil = reinigen of vervangen
Kortstondig alarm tijdens het opvoe-
ren
∙ Zie "verminderde opvoercapaciteit"
∙ Debiet te groot
Continu alarm bij vol reservoir
∙ Zie "verminderde opvoercapaciteit"
∙ Motor geblokkeerd of defect
Opmerking.
Om het continu-alarm uit te schakelen,
onderbreekt u kort de stroomtoevoer
(stekker eruit trekken, zekering los-
schroeven/uitschakelen, ...).
de
testknop
NEDERLANDS
17