gedeelte van deze handleiding.
Gebruik de machine enkel in perfecte staat. Voer voor
elk gebruik een visuele controle uit. Controleer in
het bijzonder de veiligheidsinrichtingen, elektrische
bedieningselementen, elektrische leidingen en
schroefverbindingen op beschadigingen en een vaste
zitting. Vervang eventueel beschadigde onderdelen
vóór verder gebruik.
Het apparaat mag slechts op een vlakke ondergrond
gebruikt worden omdat anders de brandstof, olie,
resp. de smering, niet meer gewaarborgd zijn.
Motor starten
De generator heeft een beveiliging tegen een te lage
oliestand. Bij een te lage oliestand is het niet mogelijk
de generator te starten (bij startpogingen licht het
oliecontrolelampje op).
WAARSCHUWING: Bij het starten met de reser-
vestarter bestaat de kans op handletsel door een
onverwachte terugslag, die door de motor wordt
veroorzaakt.
Gebruik
Generatoren mogen alleen tot hun nominale
vermogen onder normale omstandigheden worden
gebruikt.
Het apparaat mag niet aan vocht of stof blootgesteld
worden. Toegestane omgevingstemperatuur -10°
tot +40°, hoogte 1000 m boven de zeespiegel, rel.
luchtvochtigheid 90 % (niet condenserend).
Overbelastingsbeveiliging
De stroomgenerator is voorzien van een overbela-
stingsbeveiliging. Deze schakelt de contactdozen bij
overbelasting uit.
Let op! Als dit mocht gebeuren, vermindert u het
afgenomen elektrische vermogen van de generator of
verwijdert u aangesloten defecte apparaten.
Plaats het apparaat altijd op een vaste en vlakke
ondergrond! Draaien, kantelen of verplaatsen van het
apparaat tijdens het gebruik is verboden.
Dek de generator nooit af.
Schakel het apparaat onder de volgende omstandig-
heden onmiddellijk uit:
• bij onrustige of niet soepele loop van de motor
• bij verlaging van het elektrische uitgangsvermo-
gen
• bij oververhitting van de aangesloten verbruiker
• bij overmatige vibraties van de generator
• bij vorming van vonken
• bij optreden van rook of vuur
• bij ongewone schommelingen of geluiden
• indien de motor overbelast lijkt te worden of
foutieve ontstekingen heeft
Eco-smoorklep
ECO: Hierbij wordt het motortoerental automa-
tisch aan het onbelast toerental aangepast als de
elektrische verbruiker wordt afgekoppeld. Indien de
elektrische verbruiker dan weer wordt aangesloten,
zal het toerental op een met de belasting overeen-
komende toerental teruggesteld worden. Indien niet
het maximale afgiftevermogen van de generator
benodigd wordt, neemt het toerental van de motor
automatisch af. Deze positie wordt voor de verlaging
van het brandstofverbruik aanbevolen.
OFF: Het motortoerental wordt boven het nominale
toerental gehouden.
Bij gelijkstroombedrijf moet de eco-smoorklepscha-
kelaar op OFF gesteld worden.
12 V Laadfunctie
Neem altijd de instructies en aanwijzingen van fabri-
kant van de accu en het voertuig in acht.
Gevaar voor kortsluiting! Zorg ervoor dat de klemmen
geen contact met elkaar maken of via geleidende
voorwerpen (bijvoorbeeld een gereedschap) met
elkaar worden verbonden.
Pak nooit de beide klemmen tegelijk beet wanneer
het apparaat in bedrijf is.
Transport en opslag
Tijdens transport dient het apparaat tegen weg-
glijden en kantelen te worden geborgd.
Let er bij het transport op dat geen brandstof of olie
kan uitlopen.
Bij het transporteren van de machine enkel de trans-
portinrichtingen gebruiken.
Machine niet direct na het uitschakelen in gesloten
ruimten opslaan maat eerst buiten laten afkoelen.
Symbolen
Opgelet!
Waarschuwing voor hete oppervlakken!
Verbrandingsgevaar!
Waarschuwing voor gevaarlijke elektri-
sche spanning
Let op dat er zich geen personen in de
gevarenomgeving ophouden.
Voor verlaging van een letselrisico de
gebruiksaanwijzing lezen.
Draag oorbeschermers!
Veiligheidsbril dragen!
Langzaam
Snel
NEDERLANDS
47