Dräger X-am 5000 Notice D'utilisation page 94

Masquer les pouces Voir aussi pour X-am 5000:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 31
Apparaat met NiMH-voeding T4 (type HBT 0000) /
T4 HC (type HBT 0100) opladen
WAARSCHUWING
Explosiegevaar! Om het risico op ontbranding van brandbare of explosieve
atmosferen te verminderen, de volgende waarschuwingen en
gevaaraanduidingen strikt opvolgen:
Niet ondergronds of in explosiegevaarlijke gebieden opladen!
De opladers zijn niet volgens de richtlijnen voor mijngas en explosieveiligheid
gebouwd.
NiMH-voeding T4 (type HBT 0000) of T4 HC (type HBT 0100) met
bijbehorende Dräger-oplader opladen. Omgevingstemperatuur tijdens het
opladen: 0 tot +40 °C.
Ook bij een niet-gebruikt apparaat is het raadzaam het apparaat in de
laadconsole te bewaren!
 Plaats het uitgeschakelde apparaat in de laadconsole.
– LED-weergave op de laadconsole:
Laden
Storing
Vol
Om de accu's te ontzien wordt alleen in het temperatuurbereik van 5 tot 35 °C
opgeladen. Wanneer de grenswaarden van dit temperatuurbereik worden
overschreden, wordt het opladen automatisch onderbroken. Zodra de waarden
weer binnen het temperatuurbereik liggen wordt het opladen automatisch
voortgezet. De laadtijd bedraagt meestal 4 uur. Een nieuwe NiMH-voeding
bereikt na drie volledige laad- / ontlaadcycli de volle capaciteit. Sla het
apparaat nooit voor lange tijd (maximaal 2 maanden) op zonder voeding omdat
dan de ingebouwde bufferbatterij leeg raakt.
94
Handmatige functietest (bumptest) uitvoeren
AANWIJZING
De automatische functietest met het Bump Test Station wordt beschreven in
het Technische Handboek.
 Bereid de testgascilinder voor; daarbij moet de flow 0,5 L/min bedragen en de
gasconcentratie hoger zijn dan de te testen alarmdrempelconcentratie.
 Testgascilinder met de kalibratiecradle (bestelnr. 83 18 752) verbinden.
VOORZICHTIG
Gevaar voor uw gezondheid! Adem het testgas nooit in.
Gevareninstructies in de bijbehorende veiligheidsinformatiebladen opvolgen.
WAARSCHUWING
CSA-eis: vóór gebruik moet een bumptest worden uitgevoerd. Deze moet in
het meetbereik 25-50 % van het meetbereikeindwaarde uitvoeren, daarbij kan
de weergegeven meetwaarde 0-20 % van de daadwerkelijke meetwaarde
afwijken. De meetnauwkeurigheid kan door kalibratie worden gecorrigeerd.
 Apparaat inschakelen en in de kalibratiecradle plaatsen – omlaag drukken
totdat het vastklikt.
 Open de klep van de testgascilinder, zodat gas langs de sensoren stroomt.
 Wacht, totdat het apparaat de testgasconcentratie met voldoende tolerantie
weergeeft:
Ex: ±20 % van de testgasconcentratie
1)
O
: ±0,6 Vol.-%
2
TOX: ±20 % van de testgasconcentratie
– Afhankelijk van de testgasconcentratie toont het apparaat bij overschrijding
van de alarmgrenzen de gasconcentratie afwisselend met » A1 « of » A2 «.
 Sluit de klep van de testgascilinder en verwijder het apparaat uit de
kalibratiecradle.
Wanneer de waarden niet in de bovenvermelde bereiken liggen:
 Apparaat door onderhoudspersoneel laten kalibreren.
1) Bij opgave van het Dräger-menggas (bestelnr. 68 11 130) moeten de getoonde waarden in dit
bereik liggen.
1)
1)

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières