NL
2 Veiligheidsvoorschriften
Het lichtbesturingspaneel en de meegeleverde net-
B
adapter zijn in overeenstemming met de richtlijn
89/336/EWG voor elektromagnetische compatibili-
teit. De netadapter is bovendien in overeenstem-
ming met EU-Richtlijn 73/23/EWG voor toestellen
op laagspanning.
Opgelet! De netspanning (230 V~) van de netad-
apter is levensgevaarlijk. Open het toestel niet,
want door onzorgvuldige ingrepen loopt u het risico
op elektrische schokken. Bovendien vervalt elke
garantie bij het eigenhandig openen van de netad-
apter of van het lichtbesturingspaneel.
Let eveneens op het volgende:
Gebruik de toestellen enkel binnenshuis. Vermijd
druip- en spatwater, uitzonderlijk warme plaatsen
en plaatsen met een hoge vochtigheid (toegestaan
omgevingstemperatuurbereik: 0 °C tot 40 °C).
Plaats geen bekers met vloeistof zoals drinkgla-
zen enz. op de apparatuur.
Schakel het lichtbesturingspaneel niet in en trek
onmiddellijk de netadapter uit het stopcontact,
wanneer:
1. het lichtbesturingspaneel of de netadapter zicht-
baar beschadigd zijn,
2. er een defect zou kunnen optreden nadat het
toestel bijvoorbeeld is gevallen,
3. het toestel slecht functioneert.
De toestellen moeten in elk geval hersteld worden
door een gekwalificeerd vakman.
Verwijder het stof met een droge, zachte doek.
Gebruik zeker geen chemicaliën of water.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
foutieve aansluiting of van herstelling door een
niet-gekwalificeerd persoon vervalt de garantie bij
eventuele schade.
Wanneer het lichtbesturingspaneel en de netad-
apter definitief uit bedrijf worden genomen, bezorg
ze dan voor milieuvriendelijke verwerking aan een
plaatselijk recyclagebedrijf.
2 Consejos de utilización y de seguridad
E
El controlador y el bloque de red entregados res-
ponden a la normativa europea 89/336/CEE rela-
cionada con la compatibilidad electromagnética; el
bloque de red responde a más a la normativa
73/23/CEE relacionada con los aparatos de baja
tensión.
¡Atención! El bloque de red está alimentado por
una tensión peligrosa 230 V~. No manipule nunca
el interior del aparato, en caso de manipulación
inadecuada podría sufrir una descarga eléctrica
mortal. A más, la apertura del aparato carece de
todo tipo de garantía.
Respete escrupulosamente los puntos siguientes:
Los aparatos están fabricados para una utiliza-
ción en interior. Protégelos de todo tipo de pro-
yección de agua, de las salpicaduras, de una
humedad elevada y del calor (temperatura de fun-
cionamiento autorizada: 0 – 40 °C).
En ningún caso debe dejar un objeto que contiene
liquido o un vaso de agua encima de los aparatos.
No haga nunca funcionar el controlador y des-
conecte inmediatamente el bloque de red cuando:
1. daños aparecen en el controlador o en el blo-
que de red.
2. después de una caída o accidente similar, el
aparato presenta defecto.
3. mal funcionamiento aparece.
En casos, los daños deben estar reparados por
un técnico cualificado y especializado.
Para limpiar los aparatos, utilice únicamente un
trapo seco y suave, en ningún caso productos
químicos o agua.
Rechazamos toda responsabilidad en caso de
daños si el controlador o el bloque de red se uti-
lizan en otros fines para los cuales han estados
fabricados, si no están correctamente conectados,
utilizados o reparados por una persona habilitada.
Cuando el controlador y el bloque de red están
definitivamente sacados del servicio, deben depo-
26
3 Toepassingen
Het lichtbesturingspaneel DMX-1216 is speciaal
ontworpen voor gebruik in belichtingsinstallaties op
podia of in discotheken. Lichteffectapparatuur met
een DMX-ingang, b. v. dimmers, scanners, projecto-
ren etc., kunnen via het paneel worden gestuurd.
Hiervoor staan 192 DMX-kanalen ter beschikking,
waarvan steeds acht kanalen tegelijk door der DMX-
1216 kunnen worden bediend. DMX is de afkorting
van Digital Multiplex en betekent digitale transmis-
sie van meerdere signalen via een leiding.
Om afzonderlijke belichtingsscènes op te slaan,
staan er 30 geheugenbanken ter beschikking. In
elke geheugenbank kunnen telkens acht afzonderlij-
ke scènes met de instellingen voor alle 192 DMX-
kanalen worden opgeslagen, dus max. 240 scènes.
Voor de automatische scènewisseling zijn zes
chasers beschikbaar, waarmee telkens tot 240 scè-
nes na elkaar kunnen worden weergegeven. Voor
de afloop van maximaal acht scènes kunt u ook de
30 geheugenbanken gebruiken. De afloopsnelheid
is daarbij telkens instelbaar of kan via de ingebouw-
de microfoon worden gestuurd. De opgeslagen scè-
nes van de banken 1 – 15 en de zes chasers kunnen
ook via een MIDI-besturing worden opgeroepen,
b. v. vanaf een toetsenbord met MIDI-uitgang of
sequencer.
4 Ingebruikname
4.1 Het toestel installeren
Het lichtbesturingspaneel DMX-1216 is ontworpen
voor montage in een 19"-rack (482 mm). Hiervoor zijn
3 rack-eenheden nodig (1 rack-eenheid = 44,45 mm).
Het paneel kan ook als vrijstaand tafelmodel worden
gebruikt.
4.2 Toestellen aansluiten
Schakel het lichtbesturingspaneel en alle aangeslo-
ten lichteffectapparatuur uit, alvorens toestellen aan
te sluiten resp. bestaande aansluitingen te wijzigen.
sitarlos en una fábrica de reciclaje de proximidad
para contribuir a una eliminación no contaminante.
3 Posibilidades de utilización
El controlador DMX-1216 está especialmente fabri-
cado para una utilización en instalaciones de ilumi-
nación en escenas o en discotecas. Los efectos de
luz con una entrada DMX, p. ej., dimmers, escáne-
res, proyectores, etc., pueden ser controlados
desde un controlador. 192 canales DMX están dis-
ponibles, 8 canales pueden utilizarse siempre simul-
táneamente por el DMX-1216. DMX es la abrevia-
ción de Digital Multiplex y significa transmisión
digital de varias señales vía una línea.
Para memorizar cada escena de iluminación,
30 bancos de memorias están disponibles. En cada
una de ellas, 8 escenas distintas con los reglajes
para todos los 192 canales DMX pueden estar
memorizadas, o sea 240 escenas como mucho.
Para el cambio automático de escenas, 6 cha-
sers están previstas con los cuales es posible hacer
desarrollar hasta 240 escenas respectivamente.
Para el desarrollo de 8 escenas como mucho, los 30
bancos de memorias pueden también estar utiliza-
das. La velocidad de desarrollo se regula respec-
tivamente o puede estar controlado por el micro
integrado. Las escenas memorizadas en los bancos
de memorias 1 – 15 y los 6 chasers pueden también
ser elegidos por un mando MIDI, por ejemplo por un
teclado con una salida MIDI o un secuenciador.
4 Funcionamiento
4.1 Instalación del aparato
El controlador DMX-1216 está previsto para un
montaje en rack (482 mm/19"). 3 unidades son
necesarias (1 unidad = 44,45 mm). También es posi-
ble poner el aparato directamente sobre mesa.
1) Controleer welke signaalpolariteit de DMX-ingan-
gen van de lichteffectapparatuur nodig hebben,
alvorens deze aan te sluiten. Stel de polariteit
voor de DMX-uitgang (20) in met de schuifscha-
kelaar DMX POLARITY SELECT (19):
linker stand:
pin 2 = data -, pin 3 = data +
rechter stand: pin 2 = data +, pin 3 = data -
Opmerking: U kunt uitsluitend lichteffectappara-
tuur gebruiken met dezelfde polariteit.
2) Verbind de jack DMX OUT (20) via een 3-polige
XLR-kabel (b. v. serie MEC-... of MECN-... uit het
assortiment van "img Stage Line") met de DMX-
ingang van het eerste lichteffectapparaat. Ver-
bind de uitgang van het eerste lichteffectappa-
raat met de ingang van het volgende apparaat
etc., tot alle apparaten zijn aangesloten.
3) U kunt het lichtbesturingspaneel ook door MIDI-
signalen besturen. Verbind de jack MIDI IN (18)
via een MIDI-Kabel (b. v. serie MIDI-... uit het
assortiment van "img Stage Line") met de MIDI-
uitgang van het besturende apparaat, b. v. toe-
stenbord of sequencer. Meer informatie over
MIDI-besturing vindt u in hoofdstuk 6.
4.3 Startadressen van de lichteffectapparatuur
instellen
Alvorens de aangesloten lichteffectapparaten in te
schakelen, moeten ze over de 192 beschikbare
DMX-kanalen worden verdeeld. Dit kan niet volgens
een vastliggend model gebeuren, omdat de lichtef-
fectapparatuur naargelang het type een verschillend
aantal kanalen bezet. Elk lichteffectapparaat moet
op een startadres worden ingesteld, d. w. z. op het
DMX-kanaal, langs waar de eerste functie wordt
gestart, b. v. kanaal 89 voor regeling van de helder-
heid van een schijnwerper. Als deze schijnwerper
drie andere kanalen nodig heeft, b. v. voor kleurwis-
seling, draaien en kantelen, dan zijn automatisch
ook de kanalen 90, 91 en 92 toegewezen (zie fig. 5).
Wanneer uitsluitend identieke apparaten synchroon
moeten worden gestuurd, kunnen ze hetzelfde start-
adres behouden, anders moet elk apparaat een vrij
4.2 Conexiones
Antes de toda conexión de los aparatos o antes de
toda modificación de las conexiones existentes,
desconecte el controlador y el conjunto de los efec-
tos de luz conectados.
1) Antes de conectar los efectos de luz, verifique de
que polaridad de señal las entradas DMX de los
efectos de luz necesitan. Esta polaridad se
regula con el potenciómetro DMX POLARITY
SELECT (19) para la salida DMX (20):
posición izquierda: pin 2 = data -, pin 3 = data +
posición derecha: pin 2 = data +, pin 3 = data -
Consejo: se puede utilizar solo efectos de luz
con polaridad idéntica
2) Conecte la toma DMX OUT (20) vía un cable
XLR 3 polos (p. ej. serie MEC-... o MECN-... de
la gama "img Stage Line") con la entrada DMX
del primer efecto de luz. Conecte la salida de
este primer efecto de luz con la entrada del apa-
rato siguiente y seguidamente hasta que todos
los aparatos estén conectados.
3) El controlador puede también estar controlado
por señales MIDI. Conecte la toma MIDI IN (18)
vía un cable MIDI (p. ej. serie MIDI-... de la gama
"img Stage Line") con la salida MIDI p. ej. de un
secuenciador o de un teclado. Encontrará más
informaciones del mando MIDI capítulo 6.
4.3 Reglaje de las direcciones de arranque de
los efectos de luz
Los efectos de luz conectados deben estar reparti-
dos en los 192 canales DMX disponibles antes de
la conexión. No se puede efectuar después de una
esquema establecida porque los efectos de luz con-
figuran una cantidad diferente de canales según el
modelo. Cada efecto de luz debe estar regulado en
una dirección de arranque, es decir, en el canal
DMX vía el cual la primera función está controlada,
p. ej. el canal 89 para el mando de la luminosidad de
un proyector. Si este proyector configura tres otros
canales, p. ej. para el cambio de color, la inclinación
y la rotación, los canales 90, 91, 92 están automáti-