NL
1
Bediening
Zie de afbeeldingen voor het opzetten, instellen, af-
nemen, demonteren en monteren van het masker:
Masker opzetten
Masker instellen
Masker afnemen
Masker demonteren
Masker monteren
2
Introductie
2.1 Toepassingsdoel
Het CARA masker wordt toegepast voor de behande-
ling van slaapapnoe en voor de niet-invasieve en niet-
levensbehoudende beademing van patiënten met
ventilatoire insufficiëntie. Het masker dient als verbin-
ding tussen de patiënt en het therapieapparaat.
2.2 Contra-indicaties
Bij de volgende symptomen mag het masker niet of
alleen met uiterste voorzichtigheid worden gebruikt:
Erosies en ulceraties, huidallergieën, rode plekken in
het gezicht, drukplaatsen in het gezicht, claustrofo-
bie, angst, vervormingen van gezicht of neus-keelhol-
te, innemen van geneesmiddelen die braken kunnen
veroorzaken, noodzaak tot acute intubatie. Neem
ook de contra-indicaties in de gebruiksaanwijzing van
uw therapieapparaat in acht.
2.3 Bijwerkingen
Verstopte neus, droge neus, droge mond bij het ont-
waken, drukgevoel in de bijholtes, irritaties van het
bindvlies, rode plekken in het gezicht, drukplaatsen in
het gezicht, storende geluiden tijdens het ademen.
3
Veiligheid
Gevaar voor letsel door zuurstofinvoer!
Zuurstof kan in de kleding, het beddengoed of in de
haren gaan zitten. Zuurstof kan in combinatie met
roken, open vuur en elektrische apparaten brand en
explosies veroorzaken.
Niet roken.
Vermijd open vuur.
Gevaar voor letsel door CO
terugademing!
2
Bij verkeerde hantering van het masker kan er CO
worden teruggeademd.
Sluit het uitademsysteem van het masker niet af.
Masker alleen langere tijd opzetten wanneer het
therapieapparaat werkt.
Gebruik het masker alleen in het aangegeven
therapiedrukbereik.
Gebruik het masker niet bij patiënten die het
masker niet zelfstandig kunnen afzetten.
Gevaar voor letsel door verschuiven van het
masker!
Wanneer het masker verschuift of eraf valt, is de
therapie niet effectief.
Patiënten met gereduceerde spontane
ademhaling bewaken.
Onderdruk-/lekkagealarmen op het
therapieapparaat activeren.
Gevaar voor letsel door narcosegassen!
Narcosegas kan door het uitademventiel ontwijken
en derden in gevaar brengen.
Masker nooit tijdens de anesthesie gebruiken.
4
Productbeschrijving
4.1 Overzicht
De weergave van de afzonderlijke onderdelen vindt u
op de titelpagina.
1. Hoofdbanden
2. Voorhoofdsteun
3. Hoek
4. Draaihuls
5. Maskereenheid
6. Maskerverdikking
4.2 Compatibele apparaten
Bij sommige combinaties van apparaten komt de
daadwerkelijke druk in het masker niet overeen met
de voorgeschreven therapiedruk, ook wanneer het
therapieapparaat de correcte druk aangeeft. Laat de
combinatie van apparaten door een arts of vakhande-
laar zodanig instellen dat de daadwerkelijke druk in
het masker overeenkomt met de therapiedruk.
4.3 Uitademsysteem
Het masker beschikt over een geïntegreerd uitadem-
systeem. De voorhoofdsteun en de maskereenheid
zijn zodanig gevormd dat er tussen deze delen een
spleet ontstaat. Door deze spleet kan de uitgeadem-
de lucht ontsnappen.
2
NL