Let er bij verwisseling van een slang op dat de bij de
slang meegeleverde afdichting (slanguitgang – regelin-
gang) correct geïnstalleerd en niet beschadigd is.
Wij adviseren de afdichting (art.-nr. 50020-76300) ver-
nieuwen telkens wanneer een slang verwisseld wordt.
– Landspecifieke hogedrukslang vastschroeven op de
ingang van DuoControl CS en op de fles (resp. op de
opsteekadapter).
– Klep op gasfles openen.
– Slangbreukbeveiliging en eventueel resetknop indrukken
(zie „Inbedrijfstelling").
– Slangaansluiting bij de klep op de fles en bij de ingang
DuoControl CS na iedere ingreep op dichtheid controleren
(zie „Dichtheidstest van het hogedrukbereik").
Werking met maar één gasfles
DuoControl CS kan ook met maar één gasfles worden gebruikt.
In de aansluitstomp geïntegreerde terugslagkleppen verhinde-
ren naar buiten stromen van gas uit de vrije aansluitstomp.
Gebruikt u slechts één fles, sluit dan de vrije ingang af met het
meegeleverde blinde deksel (messing).
Draai de draaiknop in de richting van de gebruiksfles.
48
Dichtheidstest van het hogedrukbereik
Controleer met behulp van een geschikt product – bijvoor-
beeld met een lekzoekspray conform EN 14291 – bij de klep
van de gasfles en bij de DuoControl CS de dichtheid van de
schroefverbindingen van de hogedrukslangen.
Hiervoor is de gebruiker verantwoordelijk.
Dichtheidstest van het lagedrukbereik
(maximale testdruk 150 mbar)
Controle uitsluitend door een vakman!
– Alle verbruikers uitzetten.
– Afsluitkleppen en eventueel gasafstandsschakelaar openen.
– Schroefkapje van de testaansluiting (e) afschroeven en test-
pomp met testslang aansluiten op de testaansluiting.
– Beschermkapje van de testklep (f) wegnemen en de klep
met een steeksleutel (sleutelwijdte 6 mm) 90° naar rechts
(met de klok mee) draaien.
e
– Dichtheidstest uitvoeren (bijv. in Duitsland volgens G 607).
f