Letselgevaar!
Letselgevaar voor vingers en handen, indien met
een hand in een draaiende mengtrommel
gegrepen wordt. Bescherming tegen de gevaren
van het grijpen o het opwikkelen door de
ronddraaiende mengtrommel is niet uitvoerbaar
(zie prEN 12151).
GEVAAR! Stroomschok! Er is letselgevaar
door elektrische stroom!
Gevaar door stroom bij gebruik van onjuiste
aansluitingen.
Aanraking van spanning geleidende onderdelen
bij geopende elektrische onderdelen. Verder kun-
nen ondanks alle genomen voorzorgmaatregelen
niet zichtbare restrisico's blijven bestaan.
Veiligheidsadviezen
Volg de onderstaande aanwijzingen op om u zel
en anderen tegen mogelijke gevaren en letsels te
beschermen.
Draag veiligheidsuitrusting. Bij werkzaamheden
met de machine dient u altijd een veiligheidsbril te
dragen. Veiligheidskleding zoals stomasker, veilig-
heidshandschoenen, stevig en slipvast schoeisel en
gehoorbescherming worden aanbevolen.
Cement o toevoegingen niet aanraken, inademen
(stoontwikkeling) o innemen. Bij het vullen o
leegmaken van de mengtrommel persoonlijke
beschermingskleding (handschoenen, veiligheidsbril,
stokapje) dragen.
In de werkomgeving de plaatselijke voorschriten ter
voorkoming van ongevallen en veiligheidsbepalingen
opvolgen.
Zorg voor voldoende licht.
De betonmolen mag eerst na volledige montage van
alle onderdelen gebruikt worden.
De betonmolen uitsluitend op een stabiele en vlakke
(kiepvrije) ondergrond plaatsen en gebruiken.
Opstelplaats vrij van struikelgevaren houden.
De bedienende persoon is in zijn werkomgeving
verantwoordelijk tegenover derden.
De molen niet onbewaakt in gebruik hebben.
Kinderen ver van de betonmolen verwijderd houden.
De molen uitsluitend onder „Gebruik volgens de
bepalingen" genoemde werkzaamheden inzetten.
Machine o onderdelen aan de machine niet wijzigen.
Inbedrijstelling van de molen enkel met volledige en
onbeschadigde veiligheidsinrichtingen.
Controleer o de bewegende onderdelen goed
unctioneren en niet klemmen en dat de onderdelen
niet beschadigd zijn. Alle onderdelen moeten op de
juiste wijze gemonteerd zijn en aan alle voorwaar-
den voldoen om een goed gebruik van het apparaat
te waarborgen
Beschadigde veiligheidsinrichtingen en onderdelen
moeten vakkundig door een erkende werkplaats
gerepareerd o vervangen worden, voor zover
niets anders in de gebruiksaanwijzing daarover is
aangegeven.
Deecte, resp. beschadigde onderdelen aan de
machine onmiddellijk vervangen. Beschadigde o
onleesbare veiligheidsstikkers dienen vervangen te
worden.
Uitsluitend originele onderdelen gebruiken. Door het
gebruik van andere onderdelen kunnen ongevallen
voor de gebruiker ontstaan. De producent is voor de
eventuele hieruit ontstane schaden niet aansprakelijk.
Elektrische veiligheid
Bij niet-opvolging bestaat levensgevaar!
Het gebruik is slechts met een fout-
stroomschakelaar (RCD max. foutstroom van
30 mA) toegestaan.
WAARSCHUWING! Voor openen van de behuizing
van stroomnet loskoppelen. Het gebruik is alleen
toegestaan bij volledig gesloten behuizing.
Randgeaarde betonmolen, (Beveiligingsklasse II)
Inbedrijstelling enkel met volledige en goed geslo-
ten kleding.
Aansluitleidingen voor het gebruik op deecte
plaatsen o veroudering controleren. Nooit deecte
aansluitkabels gebruiken.
Aansluitleidingen niet voor doeleinden gebruiken
waarvoor deze niet bestemd zijn. Bescherm de kabel
tegen warmte, olie en scherpe kanten. De aansluitle-
iding niet voor het uittrekken van de stekker uit het
stopcontact gebruiken.
Lange en dunne aansluitleidingen geven een span-
ningsverlies. De motor bereikt niet zijn maximale
prestatie, de unctie van het apparaat wordt ger-
educeerd. Bij gebruik van een kabeltrommel de kabel
volledig awikkelen.
Bij het verplaatsen van de aansluitkabel erop letten
dat deze niet ingeklemd o geknikt is en de stek-
kerverbinding niet nat wordt.
Enkel aansluitleidingen met een spatwaterdichte
rubberen stekker voor verzwaarde omstandigheden
gebruiken.
Geen provisorische elektrische aansluitingen gebrui-
ken. Veiligheidsinrichtingen nooit overbruggen o
buiten bedrij zetten.
Uitvoering van de aansluitleidingen zijn volgens IEC
60245-4 1980 (DIN 57 282) met het kenmerk H 07
RN-F o gelijkwaardige bouwsoorten. Aderdoorsnede
minimaal 3 x 1,5 mm² met een maximale lengte van
25 m. Boven de 25 m lengte een aderdoorsnede
minimaal 2,
De elektrische aansluiting, resp. reparaties aan de
elektrische aansluiting dienen door een erkende ele-
ktricien uitgevoerd te worden waarbij de plaatselijke
NEDERLANDS
45