De machine dient uit te staan en afgesloten van de stroomvoorziening
indien: er geen toezicht is, bij plaatsen of verwijderen van de boor, bij
stroomstoring en bij plaatsen of verwijderen van accessoires.
Schakel de machine uit als deze om wat voor reden dan ook stopt. U
voorkomt dat het plotseling en zonder toezicht start.
Wanneer het bit beklemd zit, druk dan geen neerwaartse druk meer uit
en schakel het gereedschap uit. Onderzoek waarom het bit klem is
komen te zitten, en tref maatregelen om het probleem te verhelpen.
Bij het opnieuw starten van een diamantboor die in het werkstuk zit,
moet u vóór het starten controleren of het bit vrij draait. Als het bit
beklemd zit, kan het gereedschap eventueel niet starten of overbelast
raken of kan de diamantboor uit het werkstuk loskomen.
Het gereedschap mag alleen met de boorinstallatie worden gebruikt.
Bevestig de boormachine veilig aan de boorstandaard, voordat u deze
gebruikt. Wegglijden van de boormachine in de boorstandaard kan
ertoe leiden dat u de controle over de machine verliest.
Bevestig de boorstandaard op een stabiele, vlakke ondergrond. Als de
boorstandaard kan wegglijden of wankel staat, kan de boormachine
niet gelijkmatig en veilig worden geleid.
Bij het vastzetten van de boorstandaard op het werkstuk met ankers en
bevestigingshulpmiddelen, moet u ervoor zorgen dat de gebruikte
verankering de machine tijdens gebruik in bedwang kan houden. Als
het werkstuk zwak of poreus is, kan het anker eruit getrokken worden
en de boorstandaard kan zo loslaten van het werkstuk.
Bevestig tijdens gebruik de boorstandaard altijd met plug, vacuüm
(accessoire) of snelspankolom om per ongeluk omvallen van de
boorstandaard bij een bevestigde diamantboormachine en boorkroon te
verhinderen.
Zorg ervoor dat de boorstandaard niet overbelast wordt en gebruik
deze niet als ladder of steiger. Overbelasting of staan op de
boorstandaard kan ertoe leiden dat het zwaartepunt van de
boorstandaard naar boven verschuift en deze omvalt.
Leid bij het uitvoeren van boorwerkzaamheden waarbij water moet
worden gebruikt, het water weg van het werkgebied van de gebruiker of
gebruik een opvangvoorziening voor het water. Dergelijke voorzorgs-
maatregelen houden het werkgebied van de gebruiker droog en
verminderen het risico van een elektrische schok.
Gebruik dit elektrische gereedschap niet voor bovenhands boren met
watertoevoer. Het binnendringen van water in het elektrische
gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok
Raak de draaiende onderdelen niet aan.
Verlaat het gereedschap nooit, voordat het volledig tot stilstand is
gekomen. Uitlopende inzetgereedschappen kunnen verwondingen
veroorzaken.
53