3.2 Bedrading van de eindschakelaars en de motorbeveiliging
Raadpleeg
de
gebruiksaanwijzing
de motor voor het lokaliseren van de
eindschakelaars
onderzijde. Identificeer de draairichting en
sluit de eindschakelaars aan de bovenzijde
(OPEN LS) en de eindschakelaars aan de
onderzijde (CLOSE LS) aan.
Sluit de motorbeveiliging en het valbeveiligingsmechanisme in serie aan op SAFETY CHAIN (zie
gebruiksaanwijzing motor).
3.3 Bedrading van de bedieningspunten
Laat de brug (2) op zijn plaats als u geen STOP op afstand gebruikt.
• Sluit vervolgens klemmenstrook J5 opnieuw aan (die overeenstemt met de knoppen op de
voorzijde)
• Plaats het deksel terug en draai de 4 schroeven weer vast.
• Breng de kast onder spanning.
aan
de
boven-
van
en
(2)
M
N1
N2
(2)
Sleutelomschakelaar
N2
M
N1
5/6
NL