3.2.4 Veiligheidsklep
De veiligheidsklep 4 laat nu hoorbaar lucht ontsnappen. Draai vervol-
gens de aftapmoer weer rechtsom.
AANWIJZING
Herhaal dit proces elke 30 bedrijfsuren of ten minste drie keer per jaar.
3.2.5 Condenswater aftappen
Condensatie verzamelt zich op de bodem van de ketel 7 .
Open de aftapschroef 9 aan de onderzijde van de ketel volledig.
Kantel de compressor opzij zodat de aftapschroef 9 zich op het laagste
punt van de ketel 7 bevindt en wacht tot het condenswater volledig is
weggelopen.
Sluit daarna de aftapschroef 9 weer.
LET OP
Het condenswater mag alleen worden afgetapt als de ketel 7 NIET onder
druk staat.
AANWIJZING
Laat het condenswater na elk gebruik, maar ten minste eenmaal per week,
weglopen.
3.2.6 Overdruk laten ontsnappen (druk aanpassen)
Schakel de compressor uit.
Gebruik de overdruk met een luchtgereedschap in de ruststand.
46
NL/BE
De veiligheidsklep 4 is ingesteld op de
maximaal toelaatbare druk van het
drukreservoir 7
. Het is niet toegestaan
de veiligheidsklep 4 te verstellen of de
verbindingsvergrendeling tussen de
aftapmoer en zijn dop te verwijderen.
Draai de aftapmoer tegen de klok in
om de uitlaat van de veiligheidsklep
4 te openen.
9
4. Reiniging, onderhoud, vervoer en opslag door de
gebruiker
Reinig en onderhoud uw compressor zorgvuldig en regelmatig. Dit is de enige
manier om een foutloze werking en een lange levensduur te garanderen.
Ongeacht het aantal werkzaamheden resp. bedieningen, onderhoudt en reinigt
u het apparaat na elk gebruik.
4.1 Veiligheidsmaatregelen
Neem bij onderhouds- en reinigingswerken de volgende aanwijzingen in acht:
Schakel de compressor uit door de aan/uit schakelaar 1 naar beneden
te drukken.
Koppel de compressor los van het stroomnet door de stekker uit het stopcon-
tact te trekken. De compressor is dus gescheiden van de energievoorziening.
Laat de druk van de compressor af om materiële schade te voorkomen.
U kunt bijvoorbeeld een uitblaaspistool met perslucht op de compressor
aansluiten en zo het drukreservoir 7 legen.
Neem de in deze bedieningshandleiding vermelde instructies voor de
verwijdering in acht. Ondeskundige verwijdering kan schadelijk zijn voor
het milieu of uw gezondheid.
Reinig het apparaat vóór het onderhoud van gevaarlijke stoffen die zich
(door de arbeidsprocessen) op het apparaat kunnen hebben afgezet. Ver-
mijd elk huidcontact met deze stoffen. Wanneer de huid met gevaarlijke
stoffen in aanraking komt, kan dit tot ernstige dermatitis leiden. Indien zich
tijdens de onderhoudswerken stof ontwikkelt of wanneer dit wordt opge-
werveld, kan dit worden ingeademd.
Draag steeds beschermende handschoenen en een beschermingsmasker!
Het apparaat mag uitsluitend door geïnstrueerde personen worden be-
diend en onderhouden. Reparaties mogen alleen door gekwalificeerde
personen worden uitgevoerd.
Controles, instellingen en onderhoudswerken moeten indien mogelijk door
dezelfde persoon of diens plaatsvervanger worden uitgevoerd en in een on-
derhoudslogboek worden vastgelegd.
4.2 Onderhoud van het drukreservoir
Laat het condenswater na elk gebruik, maar ten minste eenmaal per week,
weglopen. Het condenswater mag alleen worden afgetapt als de ketel 7
NIET onder druk staat.
Open en sluit de veiligheidsklep 4 ten minste drie keer per jaar. De vei-
ligheidsklep 4 beschermt de compressor. Het beschermt het reservoir
onder druk 7 . Zodra de lucht in het vat 7 de maximaal toelaatbare
bedrijfsdruk bereikt of overschrijdt, opent de veiligheidsklep 4 en laat
de samengeperste lucht ontsnappen, waardoor de druk in de compressor
afneemt.
4.3 Reiniging
Reinig het apparaat uitsluitend in uitgeschakelde en koude toestand.
Reinig de behuizing van het apparaat uitsluitend met een licht vochtige,
zachte doek. Gebruik in geen geval scherpe en/of krassende reinigings-
middelen.
Verzeker dat bij de reiniging geen vocht in het apparaat binnendringt om
een onherstelbare beschadiging van het apparaat te vermijden.
U kunt stofafzettingen ook verwijderen met een blaaspistool met perslucht
(bij lage druk).