Probleem
Deur gaat moeilijk open.
De verlichting werkt niet.
Er is te veel bevroren rijp en ijs.
Er stroomt water over de achter‐
wand van de koelkast.
Er zit te veel gecondenseerd wa‐
ter in de koelkast.
Er zitten waterdruppels op de gla‐
zen planken.
Mogelijke oorzaak
Je probeerde de deur direct na‐
dat je die sloot opnieuw te ope‐
nen.
De stand-bystand van de verlich‐
ting is ingeschakeld.
De lamp is defect.
De deur is niet goed gesloten.
Het deurrubber is vervormd of
vuil.
Voedsel is niet goed verpakt.
De temperatuur is verkeerd inge‐
steld.
Apparaat is volledig geladen en is
ingesteld op de laagste tempera‐
tuur.
De ingestelde temperatuur in het
apparaat is te laag en de omge‐
vingstemperatuur is te hoog.
Tijdens automatisch ontdooien
smelt rijp op de achterwand.
De deur werd te vaak geopend.
De deur is niet volledig gesloten.
Het bewaarde voedsel was niet
ingepakt.
Dit is normaal dat er in de zomer
en herfst meer condensatie kan
ontstaan door de verhoogde
lucht- en voedselvochtigheid. De
koelkast produceert geen vocht.
Na deze periode neemt de voch‐
tigheid in de koelkast af.
Er zit te veel vocht in de koelkast.
Oplossing
Wacht even met de deur openen
nadat je die hebt gesloten.
Sluit en open de deur.
Neem contact op met de erkende
servicedienst.
Raadpleeg het gedeelte "De deur
sluiten".
Raadpleeg het gedeelte "De deur
sluiten".
Wikkel het voedsel goed in.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedie‐
ningspaneel".
Stel een hogere temperatuur in.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedie‐
ningspaneel".
Stel een hogere temperatuur in.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedie‐
ningspaneel".
Dit is correct.
Open de deur alleen als het no‐
dig is.
Zorg ervoor dat de deur volledig
gesloten is.
Verpak voedsel in geschikt mate‐
riaal voordat je het in het appa‐
raat plaatst.
Stel in de zomer en herfst de
warmere temperatuur in de koel‐
kast in (ca. 6-7°C).
Veeg de glazen planken af met
een doek om waterdruppels te
verwijderen.
NEDERLANDS
13