1
Verwarming-
sniveau 1
2
Verwarming-
sniveau 2
3
Verwarming-
sniveau 3
'MIN' Stand temperatuurregelaar
'MAX' Stand temperatuurregelaar
Opmerking: Het controlelampje 7 gaat alleen uit
als de temperatuurregelaar 9 linksom is gedraaid
tot er een hoorbare klik klinkt.
Opmerking: De olieradiator verwarmt alleen
wanneer de temperatuurregelaar 9 rechtsom is
gedraaid tot een hoorbare klik hoorbaar is.
4.2 Temperatuurregelaar instellen
Start het toestel door met behulp van de
verwarmingsniveauschakelaar 8 het gewenste
verwarmingsvermogen in te stellen.
Draai de temperatuurregelaar 9 in de richting
van de klok tot aan de aanslag.
9
Indien de verwarmings-
niveauschakelaar 8 in
deze stand staat, levert
de olieradiator een
verwarmingsvermogen
van 600 W.
Indien de verwarmings-
niveauschakelaar 8 in
deze stand staat, levert
de olieradiator een
verwarmingsvermogen
van 900 W.
Indien de verwarmings-
niveauschakelaar 8 in
deze stand staat, levert
de olieradiator een ver-
warmingsvermogen van
1500 W.
Indien de gewenste temperatuur bereikt is, dra-
ait u de temperatuurregelaar 9 terug tegen de
klok in totdat u een duidelijke klik hoort. De con-
trolelamp 7 dooft.
Een geïntegreerde mechanische thermostaat
schakelt de verwarmingsfunctie en de controle-
lamp 7 nu automatisch in/uit.
4.3 Toestel uitschakelen
Zet de verwarmingsniveauschakelaar 8 in de
stand "0".
Zet de traploze temperatuurregelaar 9 in de
stand " ". De controlelamp 7 dooft.
9
Trek de netstekker uit de contactdoos.
Wacht totdat het toestel afgekoeld is alvo-
rens het af te dekken of weg te bergen.
4.4 Vorstsensorfunctie
U kunt de olieradiator dusdanig instellen dat hij
automatisch in werking treedt en verwarmt wanneer
de kamertemperatuur ca. 7 °C bedraagt:
Sluit de olieradiator aan op een geaarde, met
een lekschakelaar beschermde contactdoos.
Schakel het toestel in door de verwarmingsni-
veauschakelaar 8 op „1", „2" of „3" te zetten
en de temperatuurregelaar 9 op " ".
9
De olieradiator wordt nu ingeschakeld wanneer
de kamertemperatuur ca. 7 °C bedraagt. Zodra
8
8
NL/BE
53