• Verwijder de achterste flens 29 (afb. 8) (indien
aanwezig).
• Schuif de groefeenheid resp. de verstelgroef op de
as.
• Draai de flensbout 5 (afb. 4) door draaien met de
wijzers
van
de
schroevendraaier aan.
• Sluit het deksel van de beschermkap. Daartoe klapt
u het deksel dicht en duwt u de palhefboom 3 (afb.
5) naar beneden.
4.9 Instellen van de groefbreedte resp. montage
van de verstelgroef
De verstelgroef 30 (afb. 9) is een keerplaat-
verstelgroef die u op freesbreedtes tussen de 15,4 en
25,0 mm in kunt stellen. Bij de verstelgroef horen
afstandsschijven met de volgende diktes in mm: 5 / 2
/1
/
0,5
(2x)
Daarmee kunnen tussenbreedte in 0,1 - 0,2-mm-
stappen gerealiseerd worden.
Hiervoor gaat u op de volgende manier te werk:
• Stel eerst de noodzakelijke verstelgroefbreedte met
de meegeleverde afstandsschijven samen (de
verstelgroef zonder afstandsschijven heeft een
greofbreedte van 15,4 mm).
• Om de onderdelen van de verstelgroef in elkaar te
bouwen worden eerst de niet benodigde
afstandsschijven op de voorste flens 31 (afb. 9)
gestoken. Daarbij moet er op worden gelet dat de
grootste dikte van de afstandsschijf altijd als eerste
op de spanflens zit.
• Plaats vervolgend het voorste gedeelte van de
verstelgroef (kant met het opschrift) eerst op de
flens.
• Plaats de benodigde afstandsschijven op de flens.
• Voeg het achterste gedeelte van de verstelgroef op
de flens en druk het geheel (evt. door iets te
draaien) samen tot de voorste flens met de
achterste flens vastklikt.
Het op de verstelgroef vermelde
verstelbereik mag in geen geval
worden overschreden. Zorg ervoor
dat altijd alle meegeleverde
afstandsschijven gemonteerd
worden.
klok
met
de
zeskant
/
0,3
(2x)
/
4.10 Montage van de groefeenheid
• Pak de achterste opname van de groefeenheid
(stervormige opening in de boring) met de korte
diameter met de linkerhand vast.
• Schuif het zaagblad zodanig op de diameter van de
opname dat de zaagtanden boven de opname naar
u toe wijzen.
• Schuif een afstandsschijf op de opname.
• Herhaal deze procedure met zaagblad en
afstandsschijf in dezelfde volgorde nog twee keer.
• Plaats de voorste flens met de geïntegreerde
flensbout in de boring en draai de flens met iets druk
tot de flens vastklikt.
4.11 Keerplaatwissel en -instelling "Verstelgroef"
De verstelgroef 30 (afb. 9) is met 4 HM-keerplaten 32
en 4 HM-voorsnijders 33 uitgevoerd. Als de messen
0,1.
stomp worden kan de keerplaat 32 (afb. 9) drie keer en
de keerplaat 33 (afb. 9) twee keer omgekeerd worden.
Daarna
moeten
ingebouwd worden!
Hiervoor gaat u op de volgende manier te werk:
• Neem de verstelgroef 30 (afb. 9) als beschreven in
4.8 van de machine af.
• Draai de zeskantbouten 34 (afb. 9) met de torx-
schroevendraaier los.
• Reinig alle onderdelen en de meskamers van de
verstelgroef.
• Keer de keerplaten 32 en 33 om of vervang ze door
nieuwe.
• Bevestig de keerplaten met de verzonken bouten en
draai ze met de torx-schroevendraaier (4 Nm) weer
aan.
De twee onderdelen zijn juist geplaatst als de
achterkant van een mesrand tegen het draaglichaam
aan ligt en de verzonken bout zover ingedraaid kan
worden dat het oppervlak van de verzonken bout
onder het oppervlak of gelijk aan het oppervlak van de
keerplaat ligt (zie afb. 9). De radiale snijoverstand van
max. 1,1 mm is op die manier gegarandeerd.
4.12 Keerplaatwissel
"Gipskartonfrees"
De gipskartonfrees 35 (afb. 10) is met 2 HM-keerplaten
(4 messen) en 4 HM-keerplaten (3 messen)
uitgevoerd. Als de messen stomp worden kan de
-72-
nieuwe
originele
keerplaten
en
-instelling