7. Op het display knippert
Werking ZONDER Encoder
Stop de beweging door een impuls OPEN
A te geven zodra hekvleugel 1 de stopaan-
slag bereikt.
8. De kaart verlaat het programmeermenu automatisch en geeft de status van de automatisering
00
weer (code
) ter bevestiging van het correct afsluiten van de SET-UP-procedure. Wanneer de
procedure niet correct is afgesloten, knippert op het display de code
nodig is om de SET-UP-procedure opnieuw uit te voeren.
Het is mogelijk om de ruimte voor vertraging te configureren en te wijzigen
door via het display de parameters
Programmering) zonder de SET-UP te moeten herhalen.
5.
NUTTIGE PARAMETERS VOOR BESCHERMING TEGEN HET RISICO
VOOR EEN SLAG/VERPLETTERING VAN DE HOOFDRAND
PARAMETER
FUNCTIE
Hiermee kan men het statische duwvermogen van motor 1 regelen.
F1
OPMERKING: Voor hydraulische apparatuur stelt u de vermogenwaarde op maxi-
mum in en regelt u het vermogen via de by-pass schroeven.
Hiermee kan men het statische duwvermogen van motor 2 regelen.
F2
OPMERKING: Voor hydraulische apparatuur stelt u de vermogenwaarde op maxi-
mum in en regelt u het vermogen via de by-pass schroeven.
En
Activeert het lezen van de encoders door de elektronische kaart, waardoor de inversie
wordt verzekerd wanneer er obstakels aanwezig zijn (stel
Hiermee kan men de vertraging bij sluiten van motor 1 wijzigen, waardoor een
Cd
faseverschuiving wordt verkregen tussen de twee hekvleugels en het risico voor
verplettering tussen de twee hekvleugels in beweging wordt verminderd.
r1
Hiermee kan men de ruimte voor vertraagde snelheid van hekvleugel 1 aanpassen.
Door de impact met vertraagde snelheid kan men de dynamische kracht verminderen.
r2
Hiermee kan men de ruimte voor vertraagde snelheid van hekvleugel 2 aanpassen.
Door de impact met vertraagde snelheid kan men de dynamische kracht verminderen.
EC
Hiermee kan men de gevoeligheid van de inversie op een obstakel regelen.
rB
Hiermee kan men de ruimte voor de mechanische aanslagen wijzigen, waarin de
kaart geen inversies uitvoert (stel een waarde in tussen 1 en 49 mm).
E045
S4
: hekkvleugel 1 begint te sluiten.
r1
Werking MET Encoder
Hekvleugel 1 stopt zodra de stopaanslag is be-
reikt. Wanneer er geen stopaanslag is, moet u
de beweging van de hekvleugel op het gewenste
punt stoppen door een impuls OPEN A te geven.
r2
en
aan te passen (zie Geavanceerde
9
S0
om aan te geven dat het
EN
Y
in).
=
732785 - Rev.D