Publicité
3. PROGRAMMERING
De programmering is in twee niveaus onderverdeeld:
BASIS-programmering
GEAVANCEERDE programmering
De programmeerfasen zijn als volgt (zie Tab.):
1. ga naar de programmering (1A of 1B);
2. geef de ingestelde waarden weer en wijzig ze desgewenst. De wijziging van de waarden treedt
onmiddellijk in werking, terwijl het definitief opslaan in het geheugen moet gebeuren bij het verlaten van de
St
programmering (
3. verlaat de programmering via de functie
OP TE SLAAN, of
U kunt de programmering op elk willekeurig ogenblik verlaten:
houd F ingedrukt en druk daarna ook op - om rechtstreeks naar
1A.
F
INDRUKKEN EN INGEDRUKT
:
HOUDEN
DE EERSTE WAARDE
1
VERSCHIJNT
F
1B.
F
HOUD
INGEDRUKT EN
DRUK DAARNA OOK OP
DE EERSTE WAARDE
VERSCHIJNT
+
+/R1
F
Tab. Programmeerfasen
E045
);
no
om te VERLATEN ZONDER WIJZIGINGEN OP TE SLAAN.
F
LAAT
WEER
:
LOS
DE WAARDE
VAN DE FUNCTIE
VERSCHIJNT
F
LAAT DE TOETSEN
+
:
:
LOS
DE WAARDE
1
VAN DE FUNCTIE
VERSCHIJNT
+/R1
F
+
1
DE FUNCTIE BLIJFT WEERGEGEVEN ZOLANG MEN DIE INGEDRUKT HOUDT
St
Y
. Selecteer
om de zopas uitgevoerde configuratie
+
-
GEBRUIK
OF
OM
DRUK OP
DE BESCHIKBARE
OM OVER TE
WAARDEN TOT AAN DE
GEWENSTE WAARDE
DE VOLGENDE
TE DOORLOPEN
FUNCTIE
+/R1
-/R2
4
St
te gaan.
-/R2
F
F:
FUNCTIE
(
LAATSTE BASISFUNCTIE OF
GAAN NAAR
GEAVANCEERDE FUNCTIE
1
SELECTEER
F
PROGRAMMERING OP TE
SLAAN
SELECTEER
DE PROGRAMMERING TE
VERLATEN ZONDER OP TE
SLAAN
732785 - Rev.D
+
F
St
)
Y
OM DE
OF
no
OM
Publicité
