Télécharger Imprimer la page

Stihl RMI 632.1 Manuel D'utilisation page 337

Publicité

Aanleerpocedure onderbreken:
Handmatig – door op de STOP-toets te
drukken.
Automatisch – door hindernissen aan de
rand van het maaivlak.
● Als het aanleren automatisch is
onderbroken, corrigeer dan de positie
van de begrenzingsdraad of verwijder
de hindernissen.
● Controleer vóór het verder aanleren de
positie van de robotmaaier. Het
apparaat moet op de begrenzingsdraad
of binnen het maaivlak met de voorkant
richting begrenzingsdraad staan.
Aanleerpocedure beëindigen:
Handmatig – na een onderbreking.
Automatisch – na het indocken.
De nieuwe startpunten worden na
bevestiging met OK opgeslagen.
Startfrequentie:
Met de startfrequentie wordt gedefinieerd
hoe vaak een maaibeurt bij een startpunt
moet worden begonnen.
Standaardinstelling is 2 van 10
maaibeurten (2/10) bij elk startpunt.
● Wijzig indien nodig na het aanleren de
startfrequentie.
● Stuur bij voortijdige beëindiging van het
aanleren de robotmaaier via menu
"Naar docking" naar het dockingstation.
(
11.6)
● RMI 632 C, RMI 632 PC:
rondom elk startpunt kan na het
aanleren een radius van 3 m t/m 30 m
worden vastgelegd. Aan de opgeslagen
startpunten is standaard geen radius
toegewezen.
0478 131 9954 C - NL
Startpunten met radius:
Als de maaibeurt bij het betreffende
startpunt wordt begonnen, maait de
robotmaaier eerst de deelzone
binnen het cirkelvormige gebied
rondom het startpunt. Pas daarna
wordt het overige maaivlak
bewerkt.
Startpunt 1 t/m 4 handmatig
instellen:
Leg de afstand van de startpunten
van het dockingstation vast en
definieer de startfrequentie.
De afstand is het traject van het
dockingstation naar het startpunt in
meters, rechtsom gemeten.
De startfrequentie kan tussen 0 van 10
maaibeurten (0/10) en 10 van 10
maaibeurten (10/10) liggen.
RMI 632 C, RMI 632 PC:
Rondom het startpunt kan een radius van
3 m t/m 30 m worden vastgelegd.
Het dockingstation is als
startpunt 0 gedefinieerd.
Standaard worden
maaibeurten van daaruit gestart..
De startfrequentie is even hoog als
de berekende restwaarde op 10
van 10 maaibeurten.
11.15 Veiligheid
1. Machineblokkering
2. Stand
3. GPS-beveilig. (RMI 632 C,
RMI 632 PC)
4. Pincode wijzigen
5. Startsignaal
6. Meldsignaal
7. Menusignaal
8. Toetsenblokkering
9. iMOW® + Dock koppelen
1. Machinestop:
met OK wordt de machinestop
geactiveerd. De robotmaaier kan
niet meer in gebruik worden genomen.
De robotmaaier moet vóór alle
onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden, vóór transport
en vóór de inspectie worden geblokkeerd.
(
5.2)
● Druk voor het ongedaan maken
van de machineblokkering op de
aangegeven toetscombinatie
(maaitoets en OK-toets).
2. Stand:
er kunnen 4 veiligheidsstanden
worden ingesteld; afhankelijk van de
stand worden er bepaalde blokkeringen en
veiligheidsvoorzieningen actief.
– Geen:
de robotmaaier is niet beveiligd.
– Laag:
Pincode vragen is actief; voor het
koppelen van robotmaaier en
dockingstation en voor het terugzetten
van het apparaat op de
fabrieksinstellingen moet eerst een
pincode worden ingevoerd.
– Middel:
net als Laag, maar bovendien is de
tijdblokkering actief.
– Hoog:
er moet altijd een pincode worden
ingevoerd.
Advies:
stel veiligheidsstand "Laag",
"Midden" of "Hoog" in.
335

Publicité

loading