7.5 HET BEWAREN VAN UW CONCENTRATOR
Stap
Instructie
Bewaren van uw concentrator
7.5.1
1.1 Verwijder de batterij uit de concentrator.
1.2 Bewaar de concentrator, batterij en stroomaccessoires op een koele, droge plaats.
1.3 Bewaar uw batterij met een lading van 40-50%.
NIET bewaren bij temperaturen lager dan 5˚C of hoger dan 35˚C voor langere tijd.
Plaats GEEN voorwerpen bovenop de concentrator of op de verpakte concentrator.
7.6 REAGEREN OP ALARMMELDINGEN
WAARSCHUWING:
Als u geen alarmen kunt horen of zien, geen normale tastzin hebt of niet kunt communiceren, raadpleeg dan uw arts
voordat u dit apparaat gebruikt.
Door op de belknop te drukken wordt het geen-adem-detectie-alarm in- en uitgeschakeld. Als het hoorbare geen-adem-
detectie alarm AAN staat (omdat de concentrator gedurende 60 seconden geen ademhaling heeft gedetecteerd, zie Sectie
8: alarmen voor geen-adem-detectie alarm condities), zal de concentrator drie pieptonen laten horen, die elke 25 seconden
worden herhaald en zal er een geel licht knipperen. Wanneer dit alarm afgaat, zal de concentrator zuurstofpulsen beginnen
toe te dienen met een snelheid van 20 bolussen per minuut. Als het hoorbare geen-adem-detectie alarm UIT staat, zal de
concentrator op dezelfde manier reageren als er gedurende 60 seconden geen ademhaling wordt waargenomen, maar de
herhalende 3 pieptonen zullen niet worden geproduceerd. Of de modus geen-adem-detectie nu aan of uit staat, het heeft geen
invloed op de alarmfunctionaliteit van andere apparaatalarmen of meldingen.
Belangrijk: Het alarmsysteem wordt getest tijdens de opstartprocedure. U zult alle alarmlichten kort zien oplichten en het
alarmsignaal horen. Als het vermoeden bestaat dat de alarmen niet goed werken, neem dan contact op met uw distributeur
om te controleren of de alarmen correct werken.
7.7 REIZEN MET UW CONCENTRATOR
De FAA staat dit apparaat toe aan boord van de meeste Amerikaanse vliegtuigen.
BELANGRIJK: Het is de verantwoordelijkheid van de patiënt om de specifieke luchtvaartmaatschappij te raadplegen wanneer
hij/zij binnenlands en internationaal reist.
Wanneer u met het apparaat reist, moet u de netvoeding en de externe batterijlader (als u die hebt) meenemen. Het is
raadzaam externe voeding te gebruiken (d.w.z. aangesloten op een muur) wanneer deze beschikbaar is om de batterij volledig
opgeladen te houden.
Neem voldoende opgeladen batterijen mee om uw concentrator van stroom te voorzien voor niet minder dan 150% van de
verwachte duur van uw vlucht, de grondtijd voor en na de vlucht, veiligheidscontroles, aansluitingen en een voorzichtige
schatting voor onverwachte vertragingen. Merk op dat volgens de voorschriften van de FAA alle extra batterijen afzonderlijk
moeten worden verpakt en beschermd om kortsluiting te voorkomen en alleen in de handbagage aan boord van het vliegtuig
mogen worden vervoerd.
De wisselstroomvoeding kan niet worden gebruikt om de batterij van het apparaat aan boord van het vliegtuig op te laden.
Als u reist per bus, trein of boot, neem contact op met uw vervoerder om meer over de beschikbaarheid van stopcontacten te
vernemen.
©2022 Inogen, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Pagina 75 van 356
96-12100-01-01-A