Stap
Instructie
7.4.4
Gebruik uw concentrator
4.1 Plaats de neuscanule onder uw neus met de kleine
buisjes in uw neus en lus de slang strak om uw oren
volgens de instructies van de fabrikant van de canule.
4.2 Adem door je neus.
4.3 Een groen lampje knippert telkens wanneer een
ademhaling wordt gedetecteerd.
4.4 Zorg dat de neuscanule juist op uw gelaat is uitgelijnd
en dat u door uw neus ademt.
4.5 Uw concentrator detecteert het begin van de
inademing en levert precies op het moment dat u
inademt een hoeveelheid zuurstof. Het apparaat
detecteert elke ademhaling en blijft op deze wijze
zuurstof toedienen.
4.6 Naarmate het tempo van uw ademhaling verandert,
detecteert het deze verandering en voert de zuurstof toe
u die u nodig heeft.
Gebruik uw concentrator NIET als:
• Je voelt je ziek of ongemakkelijk.
• De concentrator signaleert geen zuurstofpuls.
• U kunt de zuurstofpuls niet horen en/of voelen.
• U kunt de geluidsalarmen niet horen.
NIET DOEN:
• Sta roken of open vuur toe binnen 2 meter van uw
concentrator.
• Actief roken terwijl u uw concentrator gebruikt.
º Als u rookt, moet u uw concentrator altijd uitschakelen,
de canule verwijderen en de kamer verlaten waar de
canule of uw concentrator zich bevindt. Als u de kamer
niet kunt verlaten, moet u 10 minuten wachten nadat de
zuurstofstroom is gestopt.
• Laat de neuscanule niet achter op bedovertrekken of
stoelkussens.
BELANGRIJK: Als u zeer snel inademt tussen
ademhalingen, zal het apparaat mogelijk een van deze
ademhalingen negeren en de indruk geven dat een
ademhaling is overgeslagen. Dit is normaal omdat het
apparaat de veranderingen in uw ademhalingspatroon
detecteert en bewaakt. Het apparaat zal normaal de
volgende ademhaling detecteren en overeenkomstig
zuurstof toedienen.
©2022 Inogen, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Pagina 73 van 356
Raadpleeg voor het onderhoud van
de canule de instructies van de
fabrikant van de canule of volg het
advies van uw arts op.
96-12100-01-01-A