10 Motorzaag controleren
► Starthandgreep met de rechterhand langzaam
uittrekken tot er weerstand waarneembaar is.
► Net zo lang de starthandgreep snel uittrekken
en teruggeleiden tot de motor draait.
De motor draait stationair.
LET OP
■ Als met ingeschakelde kettingrem gas wordt
gegeven, kan de kettingrem worden bescha‐
digd.
► Voor het zagen de kettingrem lossen.
► Kettingrem lossen.
De motorzaag is klaar voor gebruik.
► Als de zaagketting bij stationair toerental mee‐
draait:
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► de kettingzaag niet gebruiken en contact
opnemen met een STIHL dealer.
De kettingzaag is defect.
9.2
Motor afzetten
1
► Gashendel (2) loslaten.
De motor gaat stationair draaien.
► Stopschakelaar (1) indrukken.
De motor slaat af en de stopschakelaar (1)
veert terug in de uitgangsstand.
► Als de motor niet afslaat: de kettingzaag niet
gebruiken en contact opnemen met een
STIHL dealer.
De kettingzaag is defect.
10 Motorzaag controleren
10.1
Kettingtandwiel controleren
► Motor afzetten.
► Kettingrem lossen.
0458-809-7621-B
2
► Kettingtandwieldeksel uitbouwen.
► Zaagblad en zaagketting uitbouwen.
a
► Inloopsporen op het kettingtandwiel controle‐
ren met behulp van een STIHL kaliber.
► Als de inloopsporen dieper zijn dan
a = 0,5 mm: de kettingzaag niet gebruiken en
contact opnemen met een STIHL dealer.
Het kettingtandwiel moet worden vervangen.
10.2
Zaagblad controleren
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Zaagketting en zaagblad uitbouwen.
► De groefdiepte van het zaagblad meten met
behulp van het meetkaliber van het STIHL vij‐
lkaliber.
► Zaagblad vervangen, als aan een van de vol‐
gende voorwaarden wordt voldaan:
– Het zaagblad is beschadigd.
– De gemeten groefdiepte is kleiner dan de
minimale groefdiepte van het zaagblad,
19.3.
– De groef van het zaagblad is versmald of
verbreed.
► Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken
wij u contact op te nemen met een STIHL dea‐
ler.
10.3
Zaagketting controleren
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
Nederlands
17