NL
BE
van de spanhendel (12) naar rechts
(zie 1.).
9. Stel de diepteaanslag met behulp
van de stelschroef (6a) zo in, dat de
slijpschijf (17) de tandbasis raakt (zie
). Borg de slijpdiepte met
afbeelding
de stelmoer (6b).
Slijpen:
10. Schakel het apparaat in (zie „In- en
uitschakelen").
11. Door zachte druk op de handgreep (4)
beweegt u de slijpkop (2) naar bene-
den en slijpt u de snijtand (25).
De slijpschijf (17) mag niet tot stilstand
afgeremd worden. Om dit te voorko-
men, vermindert u tijdig de contact-
druk.
12. Om de zaagketting verder te transpor-
teren, schakelt u het apparaat uit.
Los de spanhendel (12) en bevestig de
volgende te slijpen kettingschakel met
behulp van de uitgelijnde aanslag (14)
en de spanhendel in de kettinggelei-
dingsrail (7).
Slijp eerst de tanden aan één kant
van de ketting. Verstel dan de
scherpslijphoek en slijp de tanden
aan de andere kant scherp.
Dieptebegrenzer-afstand controle-
ren (zie
afbeelding
De zagende onderdelen van de ketting zijn
de snijschakels die uit een snijtand (25)
en een dieptebegrenzer (26) bestaan. De
hoogteafstand tussen deze beide bepaalt
de dieptebegrenzer-afstand A.
1. Controleer na elke derde keer slijpen
de dieptebegrenzer-afstand A volgens
de instructies van de fabrikant van de
zaagketting.
64
)
2. Vijl de hoogte van de neus van de
dieptebegrenzer af (26) met een platte
vijl en rond de neus van de diepte-
begrenzer na het resetten iets af. De
oorspronkelijke vorm moet behouden
blijven.
Onderhoud en reiniging
Trek voor elke instelling, onderhoud
of reparatie de stekker uit het stop-
contact.
Laat werkzaamheden, die
niet zijn beschreven in deze
handleiding, uitvoeren
door een gespecialiseerde
werkplaats. Gebruik uitslui-
tend originele onderdelen.
Laat het apparaat afkoelen
voordat u onderhouds- en
reinigingswerk uitvoert. Er
bestaat een risico op brand-
wonden!
Controleer het apparaat voor elk gebruik
op duidelijke gebreken, zoals losse, ver-
sleten of beschadigde onderdelen, correct
vastzittende schroeven of andere delen.
Controleer in het bijzonder de slijpschijf
17). Vervang beschadigde onderde-
(
len.
Reiniging
Gebruik geen reinigings- of oplos-
middelen. Chemische substanties
kunnen de plastieken delen van het
apparaat aantasten. Reinig het ap-
paraat nooit onder stromend water.
• Reinig het apparaat grondig na elk ge-
bruik.