nadat zich op de kooltjes een laagje as
heeft gevormd.
•
Verspreid de kolen gelijkmatig over de
houtskoolbak om een gelijkmatig vuur te
verkrijgen.
•
Begin nooit met grillen als er nog vlammen
in de kom zijn.
VERSCHILLENDE CONFIGURATIE
MOGELIJKHEDEN
a.
SNEL GRILLEN – 1 segment – 2 seg-
menten – 3 segmenten
– Zie de montagehandleiding op
pagina 16 + 17.
GRILLEN & BARBECUEËN zijn kook-
methodes. De algemeen geaccepteerde ver-
schillen tussen barbecueën en grillen zijn de
bereidingstijd en de gebruikte soorten warmte-
bronnen. Grillen wordt meestal snel gedaan
boven middelmatige tot hoge, direct warmte-
bron die weinig rook veroorzaakt, terwijl barbe-
cueën langzaam wordt gedaan boven een lage,
indirecte warmtebron, waarbij het voedsel meer
smaak krijgt door het rookproces.
b.
ROKEN – 3 segmenten
– Zie montagehandleiding
pagina 18.
Roken is het proces van het op smaak
maken, koken of preserveren van
voedsel door het bloot te stellen aan
rook van brandend of smeulend mate-
riaal, meestal houtsnippers.
c.
SMOREN – 3 segmenten
– Zie montagehandleiding
pagina 19.
Smoren is een kooktechniek die
gebruik maakt van temperaturen van
45 tot 85 ˚C voor een langere berei-
dingstijd van het voedsel.
d.
VUURPLAATS – 1 segment –
2 segmenten – 3 segmenten
– Zie montagehandleiding
pagina 20.
De eigenschappen van vuurplaatsen is
dat ze zijn ontworpen om vuur te hou-
den en de verspreiding daarvan te
voorkomen.
De vuurplaats mag alleen met de speciale inzet-
bak (Onderdeel R) worden gebruikt.
CONFIGURATIE VOOR GRILLEN
– Zie montagehandleiding pagina 16 + 17.
Het bedienen van uw barbecue
1.
Beslis op welke hoogte u de 4GRILL wilt
gebruiken.
a.
Laag:
b.
Middel:
c.
Hoog:
2.
Verwijder het deksel voordat u het vuur
opbouwt.
Nederlands
23