Télécharger Imprimer la page

Makita DLS211ZU Manuel D'instructions page 117

Scie radiale sans fil

Publicité

8.
Gebruik de zaag niet totdat de tafel vrij is van
alle gereedschappen, houtsnippers, enz.,
behalve het werkstuk. .OHLQH VWXNMHV DIYDO ORVVH
VWXNMHV KRXW RI DQGHUH YRRUZHUSHQ GLH LQ DDQUD-
king komen met het draaiende zaagblad, kunnen
met hoge snelheid worden weggeworpen.
9.
Zaag slechts één werkstuk tegelijkertijd.
Meerdere, opgestapelde werkstukken kunnen niet
goed worden vastgeklemd of vastgehouden, en
NXQQHQ KHW ]DDJEODG GRHQ YDVWORSHQ RI WLMGHQV KHW
zagen verschuiven.
10. Verzeker u er vóór gebruik van dat de verstek-
zaag is bevestigd of geplaatst op een stevig
werkoppervlak. Een horizontaal en stevig wer-
koppervlak verkleint de kans dat de verstekzaag
instabiel wordt.
11.
Plan uw werkzaamheden. Elke keer wanneer u
de instelling voor de schuine hoek of verstek-
hoek, verzekert u zich ervan dat de verstelbare
geleider correct is afgesteld om het werkstuk
te steunen en tevens het zaagblad of bescher-
mingssysteem niet raakt tijdens gebruik. Zonder
het gereedschap in te schakelen en zonder een
werkstuk op de tafel, beweegt u het zaagblad langs
een volledige, gesimuleerde zaagsnede om er
]HNHU YDQ WH ]LMQ GDW KHW ]DDJEODG QLHWV UDDNW HQ HU
geen gevaar is dat in de geleider wordt gezaagd.
12. Zorg voor voldoende ondersteuning, zoals
tafelverlengingen, zaagbokken, enz. voor
een werkstuk dat breder of langer is dan het
bovenoppervlak van de tafel. Werkstukken die
EUHGHU RI ODQJHU ]LMQ GDQ GH YHUVWHN]DDJWDIHO NXQ-
nen kantelen als ze niet goed worden ondersteunt.
Als het afgezaagde deel of het werkstuk kantelt,
kan het de onderste beschermkap optillen of wor-
den weggeworpen door het draaiende zaagblad.
13. Gebruik niet een andere persoon als ver-
vanging van een tafelverlenging of als extra
ondersteuning. Een instabiele ondersteuning van
het werkstuk kan ertoe leiden dat het zaagblad
YDVWORRSW RI KHW ZHUNVWXN YHUVFKXLIW WLMGHQV KHW
zagen, waardoor u en de helper in het draaiende
zaagblad worden getrokken.
14. Het afgezaagde deel van het werkstuk mag op
geen enkele wijze tegen het draaiende zaagblad
bekneld raken of gedrukt worden. Indien opge-
VORWHQ GZ] ELM JHEUXLN YDQ OHQJWHDDQVODJHQ NDQ
het afgezaagde deel tegen het zaagblad bekneld
raken en met kracht weggeworpen worden.
15. Gebruik altijd een klem of een bevestigingsme-
thode die bedoeld is om ronde werkstukken,
zoals een staaf of buis, te ondersteunen. Staven
QHLJHQ WH YHUUROOHQ WLMGHQV KHW ]DJHQ ZDDUGRRU
KHW ]DDJEODG ]LFK µYDVWELMW¶ HQ KHW ZHUNVWXN PHW XZ
hand in het zaagblad wordt getrokken.
16. Laat het zaagblad de volle snelheid bereiken
voordat deze het werkstuk raakt. Dit verkleint de
kans dat het werkstuk wordt weggeworpen.
17. Als het werkstuk of zaagblad vastloopt, scha-
kelt u de verstekzaag uit. Wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en
trek de stekker uit het stopcontact en/of verwij-
der de accu. Verwijder daarna het vastgelopen
materiaal. $OV X EOLMIW ]DJHQ PHW HHQ YDVWJHORSHQ
zaagblad, kunt u de controle over de verstekzaag
verliezen of deze beschadigen.
18. Nadat u de zaagsnede hebt voltooid, laat u
de schakelaar los, blijft u de zaagkop omlaag
gedrukt houden en wacht u tot het zaagblad
stilstaat voordat u het afgezaagde deel verwij-
dert. +HW LV JHYDDUOLMN RP PHW XZ KDQG LQ GH EXXUW
van het nalopende zaagblad te reiken.
19. Houd het handvat stevig vast bij het maken
van een onvolledige zaagsnede en bij het
loslaten van de schakelaar voordat de zaagkop
helemaal omlaag is geduwd. Door het remeffect
van het zaagblad kan ertoe leiden dat de zaagkop
plotseling omlaag getrokken wordt, waardoor een
kans op letsel ontstaat.
20. Gebruik uitsluitend een zaagblad met een
diameter zoals aangegeven op het gereed-
schap of vermeld in de gebruiksaanwijzing.
Het gebruik van een zaagblad met een verkeerde
afmeting, kan een goede bescherming of werking
van het zaagblad verhinderen, wat kan leiden tot
HUQVWLJ SHUVRRQOLMN OHWVHO
21. Gebruik altijd een zaagblad dat is gemarkeerd
met een toerental dat gelijk is aan of hoger is
dan het toerental dat is aangegeven op het
gereedschap.
22. Gebruik de zaag niet voor het zagen van iets
anders dan hout, aluminium of soortgelijke
materialen.
23. (Alleen voor Europese landen)
Gebruik altijd een zaagblad dat voldoet aan
EN847-1.
Aanvullende instructies
1.
Houd de werkplaats kinderveilig met
hangsloten.
2.
Ga nooit op het gereedschap staan. Er kan
ernstig letsel ontstaan als het gereedschap omvalt
RI DOV KHW VQLM]DDJJDUQLWXXU SHU RQJHOXN ZRUGW
aangeraakt.
3.
Laat het gereedschap nooit ingeschakeld
achter. Schakel de voeding uit. Laat het
gereedschap niet achter totdat het volledig tot
stilstand is gekomen.
4.
Gebruik de zaag niet zonder dat de
beschermkappen zijn aangebracht. Controleer
vóór elk gebruik of de beschermkap goed sluit.
Gebruik de zaag niet indien de beschermkap
niet goed beweegt en niet snel over het zaag-
blad sluit. Klem of bind de beschermkap nooit
in de geopende stand vast.
5.
Houd uw handen uit de buurt van het zaagblad.
Voorkom contact met het nog nadraaiende
zaagblad. Het kan nog steeds ernstig letsel
veroorzaken.
6.
Om de kans op letsel te verkleinen, schuift u
de slede terug naar zijn achterste stand na elke
afkortzaagsnede.
7.
Zet alle bewegende onderdelen vast alvorens
het gereedschap te dragen.
8.
De aanslagpen die de zaagkop in de onderste
stand vergrendelt, wordt alleen gebruikt voor
het dragen en opbergen van het gereedschap
en niet voor zaagbedieningen.
117 NEDERLANDS

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Dls212Dls211