ten in acht nemen om verwondingen en de
beschadiging van kledij te vermijden. Even-
tuele zuurspatten op huid of kleding direct
met veel water wegspoelen.
VOORZICHTIG
Voor het bijvullen van accu's alleen gedes-
tilleerd of ontzilt water (EN 50272-T3) ge-
bruiken.
Aanbevolen accu's, laadapparaten
Bestelnummer
Batterijbak 24 V,
6.654-280.0
700 Ah, (onderhouds-
arm)*
Oplaadapparaat 48 V,
6.654-281.0
80 A
* Apparaat heeft 2 batterijen nodig
Het gebruik van andere batterijen en op-
laadapparaten wordt niet aanbevolen en
mag enkel gebeuren in overleg met de KÄ-
RCHER-klantenservice.
Batterijstekker uit de machine trekken
en met de stekker van het oplaadappa-
raat verbinden.
Stekker van het oplaadapparaat in een
reglementair stopcontact van 16 A ste-
ken, oplaadapparaat laadt vanzelf op.
Beide motorafdekking open laten tij-
dens het laadproces.
Aanwijzing:Wanneer de batterijen op-
geladen zijn, de lader eerst van het
stroomnet en dan van de batterijen af-
koppelen.
Vloeistofpeil van de accu controleren en
bijstellen
VOORZICHTIG
Bijgevoegde gebruiksaanwijzing van de
batterijfabrikant zeker in acht nemen en na-
venant handelen.
Ladingstoestand van de accu
controleren
Indicatie van de batterijcapaciteit in het
–
groene bereik:
batterij is opgeladen.
Indicatie van de batterijcapaciteit in het
–
gele bereik:
batterij is de helft ontladen.
Indicatie van de batterijcapaciteit in het
–
rode bereik:
Batterij is bijna ontladen. Het vegen
wordt weldra automatisch uitgescha-
keld.
Controlelampje brandt rood
–
Batterij is ontladen. Het vegen wordt
automatisch uitgeschakeld (herinbe-
drijfstelling van de veegaggregaten al-
leen mogelijk na opladen van de
batterij).
Apparaat onmiddellijk naar het oplaad-
apparaat brengen en bergop rijden ver-
mijden.
Accu laden.
Werking
Chauffeursstoel instellen
Hefboom stoelverstelling naar buiten
trekken.
Stoel verschuiven, hefboom loslaten en
vastzetten.
Door vooruit- en terugbewegen van de
stoel controleren of hij vast zit.
Programma's selecteren
1 Transport
2 Vegen met veegrol
3 Vegen met keerrol en zijbezems
Apparaat starten
Instructie: Het apparaat is uitgerust met
van een zitcontactschakelaar. Bij het verla-
ten van de chauffeursstoel wordt het appa-
raat uitgeschakeld.
Op de chauffeursstoel plaatsnemen.
Keuzeschakelaar rijrichting in de mid-
denstand brengen.
Parkeerrem vastzetten.
Contactsleutel in het contactslot ste-
ken.
Contactsleutel op positie „I" draaien.
apparaat is bedrijfsklaar.
Contactsleutel in stand „II" draaien.
Het apparaat is rijklaar.
Instructie: Indicatie batterijcapaciteit
geeft na ca. 10 seconden de werkelijke
laadtoestand weer.
Apparaat verrijden
Programmaschakelaar op Transport
zetten.
.
Rempedaal induwen en ingedrukt hou-
den.
Parkeerrem losmaken.
Vooruit rijden
Keuzeschakelaar rijrichting „Vooruit"
stellen.
Langzaam op het gaspedaal drukken.
Achteruit rijden
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij het achteruit-
rijden mogen derden niet in gevaar ge-
bracht worden, eventueel aanwijzingen la-
ten geven.
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar! Keuzeschakelaar
rijrichting enkel bedienen bij een stilstaand
apparaat.
Keuzeschakelaar rijrichting op „Achter-
uit" stellen.
Langzaam op het gaspedaal drukken.
Rijgedrag
Met het gaspedaal kan de rijsnelheid
–
traploos geregeld worden.
Vermijd schokkerig gebruik van het pe-
–
daal, omdat de hydraulische installatie
anders beschadigd kan raken.
6
NL
-
Remmen
Rijpedaal loslaten, het apparaat remt
zelf en blijft staan.
Instructie: De remwerking kan door in-
drukken van het rempedaal ondersteund
worden.
Over hindernissen heen rijden
Over vaststaande hindernissen tot 70 mm
heen rijden:
Langzaam en voorzichtig in voorwaart-
se richting overheen rijden.
Over vaststaande hindernissen boven 70
mm heen rijden:
Er mag alleen over hindernissen heen
gereden worden met een geschikte op-
rijdrempel.
Veegbedrijf
VOORZICHTIG
Geen pakbanden, draden of soortgelijk ma-
teriaal opvegen; dit kan leiden tot een be-
schadiging van het veegmechanisme.
Instructie: Om een optimaal reinigingsre-
sultaat te krijgen, moet de rijsnelheid aan
de omstandigheden aangepast worden.
Instructie: Tijdens het gebruik moet de
stoffilter op gezette tijden gereinigd wor-
den.
Droge bodem vegen
Ventilator inschakelen.
Bij oppervlaktereiniging de programma-
schakelaar op Vegen met veegrol zet-
ten.
Bij de reiniging van zijranden de pro-
grammaschakelaar op Vegen met vee-
grol en zijbezems zetten.
Vochtige of natte bodem vegen
Ventilator uitschakelen.
Bij oppervlaktereiniging de programma-
schakelaar op Vegen met veegrol zet-
ten.
Bij de reiniging van zijranden de pro-
grammaschakelaar op Vegen met vee-
grol en zijbezems zetten.
Veeggoedcontainer leegmaken
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Tijdens het ledi-
gen mogen zich geen personen en beesten
in het zwenkbereik van het veeggoedreser-
voir ophouden.
Gevaar
Gevaar voor kneuzing! Nooit in het hef-
boomstelsel van het legingsmechanisme
grijpen. Niet onder de opgeheven container
gaan staan.
Gevaar
Gevaar voor kantelen! Het apparaat tijdens
het ledigen op een vlak oppervlak zetten.
57