Voorzien en oneigen gebruik
Deze machine is ontworpen en gebouwd voor het maaien
van gras in tuinen en grasvelden.
Eender welk ander gebruik kan gevaarlijk zijn en schade
berokkenen aan personen en/of zaken.
De volgende situaties behoren tot het onjuist gebruik
(bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend):
• vervoer van andere personen, kinderen of dieren op de
machine;
• zich door de machine laten vervoeren;
• de machine gebruiken voor het aanslepen of aanduwen
van een last.
• de snij-inrichting aanschakelen op zones zonder gras;
• de machine gebruiken voor het verzamelen van bladeren
of afval;
• gebruik van de machine voor het knippen van heggen of
voor het maaien van andere vegetatie dan gras;
• de machine gebruiken door meer dan één persoon tegelijk.
BELANGRIJK Het onjuist gebruik brengt verval van zowel de
garantie als de aansprakelijkheid van de fabrikant teweeg waar-
door de gebruiker zelf verantwoordelijk is voor schade of letsel
die hijzelf of anderen oplopen.
Deze machine is bestemd voor gebruik door consumenten,
d.w.z. door niet professionele bedieners. Deze machine is
bestemd voor een amateuriëel gebruik.
BELANGRIJK De machine mag steeds slechts door een en-
kele bediener gebruikt worden.
2.1. ONDERDELEN VAN DE MACHINE
(Afb. 1)
A. Chassis
B. Motor
C. Snij-inrichting
D. Achterste aflaatbeveiliging
E. Achterste aflaatdeflector (indien voorzien)
F. Zijdelingse aflaatdeflector (indien voorzien)
G. Zijdelingse aflaatbeveiliging (indien voorzien)
H. Opvangzak (indien voorzien)
I. Steel
J. Hendel aanwezigheid operator
K. Hendel inschakeling aandrijving (indien voorzien)
2.2. VEILIGHEIDSSIGNALEN
LET OP:
Lees de aanwijzingen alvorens de
machine te gebruiken.
WAARSCHUWING:
Steek uw handen of voeten niet in
de holte van de snij-inrichting. Maak
de dop van de bougie los en lees
de aanwijzingen vóór eender welke
onderhoudswerkzaamheid of reparatie
te verrichten.
GEVAAR! Risico op wegschietende
voorwerpen. Houd de personen tijdens
het gebruik buiten de werkzone.
GEVAAR! Gevaar voor snijwonden.
Bewegende snij-inrichting. Steek uw
handen of voeten niet in de holte van
de snij-inrichting.
BELANGRIJK Zelfklevende etiketten die beschadigd of on-
leesbaar worden, moeten worden vervangen. Vraag nieuwe la-
bels aan uw eigen geautoriseerd Dienstcentrum.
3.
MONTAGE
BELANGRIJK Het uitpakken en monteren moet gebeuren op
een vlakke en stevige ondergrond, met voldoende ruimte voor
het hanteren van de machine en de verpakking.
1. Uitpakken (Afb. 2).
2. Montage en afstelling van de handgreep (Afb. 3).
3. Montage van de zak (Afb. 4).
4.
BEDIENINGSELEMENTEN
• Startcommando
- Type I: Handvat voor handmatige start (Afb. 5). Dit staat
de handmatige start van de motor toe.
- Type II: Drukknop elektrische startbediening (Afb. 6).
Dit staat de elektrische start van de motor toe.
• Hendel aanwezigheid operator
Dit is de hendel die de inschakeling van de snij-inrichting en
van de aandrijving mogelijk maakt. De motor stopt automatisch
wanneer men de hendel loslaat (Afb. 7).
STOP
• Hendel inschakeling aandrijving (indien voorzien)
Deze hendel schakelt de aandrijving aan de wielen in en staat
14356687/2
de voortbeweging van de machine toe (Afb. 8).
BELANGRIJK
De motor moet steeds met uitgeschakelde
aandrijving gestart worden.
BELANGRIJK Om te vermijden de aandrijving te beschadi-
gen, mag men de machine niet achteruit trekken met de aan-
drijving ingeschakeld.
• Versnelling (indien voorzien)
De versnelling variëert het toerental van de motor en de
snelheid van de snij-inrichting.
De versnelling wordt bediend door de hendel (Afb. 9).
De standen van de hendel blijken uit het betreffend plaatje.
Voor enkele modellen is een motor zonder versnellingshendel
voorzien.
• Snelheidsregelaar (indien voorzien).
Bij de modellen met aandrijving, staat de snelheidsregelaar
(indien voorzien) toe de voortbewegingssnelheid te regelen.
Aanpassing wordt verkregen door de hendel te bewegen
(Afb. 10) volgens de aanwijzingen in de buurt van de hendel.
BELANGRIJK De overgang van een snelheid op een andere
gebeurt wanneer de motor draait en de koppeling ingeschakeld.
Raak de snelheidsregelaar aan niet wanneer de motor uitge-
schakeld is. Dit kan de regelaar zelf beschadigen.
OPMERKING Indien de machine niet vooruitgaat met de be-
diening in de stand «
«
» en vlak daarna weer in de stand «
• Afstelling van de maaihoogte
Door het chassis te laten zakken of op te tillen, kan het gras
op verschillende maaihoogtes worden gemaaid. (Afb. 11)
BELANGRIJK Voer de bewerking uit met de snij-inrichting
gestopt.
NL - 3
OPC (Hendel motorrem) hendel
loslaten: motorstop. (Afb.7)
Activering van de transmissie.
(Afb.8)
» volstaat het de hendel in de stand
» te brengen.