MBH 3..7
Installatie
a
b
c
NL
e
Afb. 6: "Aansluiting van de waterleidingen"
6. Controleren of de waterleidingen geen mechanische kracht op de doorstroomwaterverwarmer uitoefenen.
7. De warmwaterkraan van de armatuur openen en alle verbindingen op dichtheid controleren.
2.4 Elektrische aansluiting
De warmwaterkraan vóór de elektrische aansluiting meerdere keren open- en dichtdraaien om het toestel met
water te vullen en volledig te ontluchten. Anders wordt het verwarmingselement eventueel beschadigd!
1.
De elektrische stroomtoevoerkabels spanningsloos schakelen.
2. Controleren of de doorsnede van de stroomtoevoerkabel overeenkomstig de technische gegevens in deze
handleiding gedimensioneerd is.
3. Controleren of de leidingbeveiligingsschakelaar overeenkomstig de doorsnede van de aansluitkabel van het
toestel en overeenkomstig de doorsnede van de stroomtoevoerkabel gedimensioneerd is.
4. Doorstroomwaterverwarmer met stekker met randaarde:
a. Controleren of het stopcontact op de aardleiding aangesloten is.
b. De stekker met randaarde in het stopcontact steken.
Alternatief:
4. Doorstroomwaterverwarmer zonder stekker met randaarde:
a. Overeenkomstig de van toepassing zijnde voorschriften moet tijdens de installatie een voor alle polen
geschikte scheiding met een contactopening van ≥ 3 mm per fase geïnstalleerd worden.
b. De aansluitkabel via een contactdoos aansluiten en hierbij het schakelschema in acht nemen.
a. Pakking
b. Filterzeef
c. Koudwateraansluiting (toevoer)
d. Warmwateraansluiting (afvoer)
a
e. Afdekking typeplaatje
d
54