NL
BE
elektronische appara-
ten uit het voertuig.
• VOORZICHTIG, GE-
VAAR VOOR ONGE-
VALLEN! Gebruik het
apparaat niet tijdens
het rijden in de auto.
Wanneer het apparaat
in het voertuig wordt
gebruikt, mogen de
bestuurder en de inzit-
tenden van het voertuig
niet in gevaar worden
gebracht. Bewaar en
beveilig het apparaat
zodanig dat er geen
risico is op letsel door
het apparaat en dat het
niet beschadigd kan
raken, zelfs niet bij een
noodstop.
• WAARSCHUWING!
Plaats de oplaadadap-
ter van de auto of de
verbindingskabel niet
in het ontvouwings-
gebied van de airbag
of in de buurt ervan.
Als deze wordt geacti-
veerd, kan de oplaads-
tekker door het interieur
van de auto worden
geslingerd en ernstig
letsel veroorzaken.
38
• OPGELET! Sluit het
apparaat niet aan op
de sigarettenaansteker
van uw voertuig als de
accu van het voertuig
al oud of versleten is.
Het kan dan gebeuren
dat de motor van het
voertuig niet meer ge-
start kan worden.
• Bij het opladen via een
sigarettenaansteker
moet de voertuigadap-
ter altijd volledig zijn
aangesloten op de si-
garettenaansteker van
het voertuig. Anders
bestaat er brandgevaar
door oververhitting.
• Als u merkt dat er een
brandlucht of rook uit
het apparaat komt, trek
dan onmiddellijk de
stekker uit het stopcon-
tact.
Bediening
Accu aanbrengen/
verwijderen
1. Om de accu (4) aan te
brengen, schuift u de accu
langs de geleiderail in het
apparaat. De accu klikt
hoorbaar vast.