4
Gebruik
4.1
Eerste ingebruikname
4.1.1 Polslus bevestigen
Om het apparaat aan de pols te bevestigen, moet de polslus
(3) worden gebruikt (zie uitvouwpagina afbeelding 1).
1. Steek het bevestigingslipje van de polslus door het gat in
de behuizing en vorm een lus.
2. Trek het onderste deel van de polslus door het zo
ontstane oog.
4.1.2 Accu opladen
Neem de volgende informatie in acht: "Accu opladen",
pagina 63.
4.1.3 Batterijen plaatsen (voor apparaten met
batterijvoeding)
Neem de volgende informatie in acht: "Batterijen vervangen",
pagina 63.
4.1.4 Apparaat inschakelen / Instelwizard
De helderheid van het display past zich aan de
omgevingscondities aan.
Als de helderheidssensor (7) (zie uitvouwpagina afbeelding 1)
wordt afgeplakt, vermindert het apparaat de helderheid van
het display en is het moeilijk te af te lezen in een heldere
omgeving.
Plak geen sticker of iets dergelijks over de helderheidssensor!
●
-toets ca. 2 seconden ingedrukt houden om het
apparaat in te schakelen.
De instelwizard wordt geopend.
Bij reeds vooraf geconfigureerde apparaten vervalt deze
stap.
Met de instelwizard wordt het volgende ingesteld:
● taal
● datumformaat
● datum
● tijdnotatie
● tijd
● meeteenheid
Alle instellingen kunnen achteraf in het menu worden
aangepast.
4.2
Menu en contextmenu
Om het menu weer te geven:
●
-toets indrukken.
Om het contextmenu weer te geven:
●
-toets indrukken
Om in het menu of contextmenu te navigeren of instellingen
aan te passen:
1.
- of
-toets indrukken.
2. De geselecteerde functie/invoer met de
bevestigen.
Om het menu of contextmenu te verlaten:
● Het menu-item Terug selecteren.
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger Alcotest
-toets
®
7000
4.3
Gebruiksvoorwaarden
Het apparaat wordt in de fabriek gekalibreerd geleverd.
Dräger adviseert om het apparaat om de 12 maanden door
DrägerService te laten kalibreren.
● Na de consumptie van alcohol minstens 15 minuten
wachten.
● De wachttijd kan niet worden verkort door de mond te
spoelen met water of niet-alcoholische dranken.
● Restalcohol in de mond of aromatische dranken (bijv.
vruchtensap), mondsprays met alcohol, medische sappen
en druppels kunnen het meetresultaat vervalsen.
● Oprispingen en braken kunnen het meetresultaat
vervalsen.
● Tocht en klimaatomstandigheden zoals bijv. wind,
vochtigheid en stof kunnen bij metingen met de trechter
het meetresultaat vervalsen.
● Bij maritiem gebruik moet een afstand van 5 m tot het
kompas worden aangehouden.
4.4
Voorbereidingen voor het gebruik
1. Controleren of de accumulator is opgeladen resp. de
batterijen (bij apparaten met batterijbedrijf) geplaatst zijn.
2. Apparaat inschakelen door te drukken op de
Er wordt een zelftest uitgevoerd.
Als het apparaat meetklaar is: Wacht tot wordt
weergegeven dat het apparaat klaar is om te meten
(zie uitvouwpagina afbeelding 2: A).
4.4.1 voorafgaand aan de monstername
● De testpersoon moet regelmatig en rustig ademen.
● De testpersoon moet in staat zijn het minimale
uitademvolume te leveren dat nodig is voor de
monstername (>1,2 L).
4.5
Meetmodus wisselen
De meting met mondstuk is standaard vooraf ingesteld.
Voorafgaand aan een meting met trechter moet de
meetmodus worden gewisseld.
De actieve meetmodus wordt aangegeven met een
bijbehorend symbool (apparaat met mondstuk of trechter) op
het display.
Om de meetmodus te wisselen:
1. Het contextmenu openen met de
2. Trechter selecteren.
3. Met de
-toets bevestigen.
✓ De meetmodus met trechter is ingesteld.
De meetmodus blijft ingesteld tot deze in het menu wordt
gewijzigd of tot het apparaat opnieuw wordt gestart. Na
opnieuw starten is de meetmodus met mondstuk ingesteld.
|
nl
Gebruik
-toets.
-toets.
59