GEVAAR voor kinderen!
Verpakkingsmateriaal is geen kinder-
speelgoed. Kinderen mogen niet met de
plastic zakken spelen. Er bestaat verstik-
kingsgevaar.
GEVAAR voor en gevaar
door huis- en
gebruiksdieren!
Van elektrische apparaten kunnen geva-
ren voor huis- en gebruiksdieren uit-
gaan. Verder kunnen dieren ook schade
aan het apparaat veroorzaken. Houd
dieren daarom altijd uit de buurt van
elektrische apparaten.
GEVAAR voor vogels!
Vogels halen sneller adem, verdelen de
lucht anders in hun lichaam en zijn dui-
delijk kleiner dan mensen. Daarom kan
het voor vogels heel gevaarlijk zijn om
zelfs zeer kleine hoeveelheden rook in
te ademen die tijdens het gebruik van
dit apparaat ontstaan. Wanneer u dit
apparaat gebruikt, dient u vogels naar
een andere kamer te brengen.
GEVAAR van een
elektrische schok door
vocht!
Bescherm het apparaat tegen vocht,
druppel- of spatwater.
Het apparaat, het aansluitsnoer en de
stekker mogen niet in water of andere
vloeistoffen worden gedompeld.
Wanneer er vloeistof in het apparaat te-
rechtkomt, moet de stekker direct uit het
stopcontact worden getrokken. Laat het
apparaat controleren, voordat u het
weer in gebruik neemt.
Mocht het apparaat toch ooit in het wa-
ter vallen, trek dan onmiddellijk de stek-
ker uit het stopcontact en haal het
apparaat daarna pas uit het water. Ge-
bruik het apparaat in dat geval niet
58
NL
meer, maar laat het door een gespecia-
liseerd bedrijf controleren.
Bedien het apparaat niet met natte han-
den.
GEVAAR door een
elektrische schok!
Neem het apparaat niet in gebruik wan-
neer het apparaat of het aansluitsnoer
zichtbaar beschadigd is of wanneer het
apparaat voorheen is gevallen.
Wanneer u een verlengkabel gebruikt,
moet deze voldoende zijn voor de tech-
nische gegevens van dit apparaat.
Sluit het apparaat niet op een meervou-
dig stopcontact aan. Er kan overbelas-
ting ontstaan.
Leg het aansluitsnoer zodanig neer dat
niemand erop kan trappen, erachter blijft
hangen of erover kan struikelen.
Stop de stekker alleen in een correct geïn-
stalleerd, goed toegankelijk stopcontact
met randaarde, waarvan de spanning
met de gegevens op het typeplaatje over-
eenkomt. Het stopcontact moet ook na
het aansluiten goed toegankelijk blijven.
Let erop dat het aansluitsnoer niet door
scherpe randen of hete plaatsen kan
worden beschadigd. Wikkel het aan-
sluitsnoer niet rond het apparaat.
Let er bij het neerzetten van het appa-
raat op dat het aansluitsnoer niet vast-
geklemd of geplet wordt.
Het apparaat is na het uitschakelen nog
niet geheel zonder stroom. Hiervoor moet
u de stekker uit het stopcontact trekken.
Om de stekker uit het stopcontact te trek-
ken, moet u altijd aan de stekker trek-
ken, nooit aan het aansluitsnoer.
Trek de stekker uit het stopcontact, ...
... na elk gebruik;
... wanneer er een storing optreedt;
... wanneer u het apparaat niet ge-
bruikt;
... voordat u het apparaat reinigt; en
... bij onweer.