Draai daarna de aflaatschroef terug dicht (met de wijzers van
de klok mee). Controleer het drukvat voor elk gebruik op roest
en beschadigingen.
De compressor mag niet met een defect of roestig drukvat in
werking worden gesteld. Indien u beschadigingen vaststelt, ge-
lieve zich tot de klantendienst-werkplaats te wenden.
m Let op!
Het condenswater uit het drukvat bevat olieresten. Ontdoet u
zich van het condenswater op een milieuvriendelijke manier en
deponeer het op een overeenkomstige inzamelplaats.
11.3 Veiligheidsklep (afb. 3)
De veiligheidsklep (19) is ingesteld op de maximaal toegesta-
ne druk van het drukvat. Het is verboden om de veiligheidsklep
te verstellen of de verbindingszekering (19.2) tussen de aftap-
moer (19.1) en de dop (19.3) te verwijderen. De veiligheids-
klep moet om de 30 bedrijfsuren, maar tenminste 3 keer per
jaar worden bediend, zodat deze correct functioneert als dit
nodig mocht zijn. Om de geperforeerde aftapmoer (19.1) te
openen, draai hem linksom en trek de klepstang met de hand
naar buiten over de geperforeerde aftapmoer (19.1) om de
uitlaat van de veiligheidsklep te openen. De klep laat nu lucht
hoorbaar ontsnappen. Draai vervolgens de aftapmoer weer
rechtsom vast.
11.4 Oliepeil regelmatig controleren (afb. 10)
Plaats de compressor op een effen horizontaal oppervlak.
Het oliepeil moet zich tussen MAX en MIN van het oliekijkglas
(18) bevinden.
Olie verversen : Aanbevolen soort olie: SAE 15W 40 of een
gelijkwaardige soort.
De eerste vulling moet na 100 bedrijfsuren worden vervangen;
daarna dient de olie om de 500 bedrijfsuren te worden ver-
verst.
11.5 Olie verversen (afb. 1, 9, 10)
Schakel de motor uit en verwijder de netstekker uit het stopcon-
tact. Verwijder de olie afdichtplug (16). Nadat u de eventueel
voorhanden zijnde luchtdruk hebt afgelaten kan u de olieaf-
laatplug (12) op de compressiepomp (13) uitdraaien.
Om te voorkomen dat olie ongecontroleerd uitloopt plaats u
best een kleine blikken goot eronder en verzamelt u de olie
in een bak. Indien al de olie niet helemaal uitloopt is het aan
te bevelen de compressor lichtjes schuin te zetten. Is al de olie
uitgelopen draait u de olieaflaatplug (12) er terug in.
De afgewerkte olie biedt u aan op een overeen-
komstige inzamelplaats voor afgewerkte olie.
Om de correcte hoeveelheid olie in te gieten dient u ervoor te
zorgen dat de compressor op een recht oppervlak staat. Giet
de verse olie het olievulgat (20) in tot de olie het maximale vul-
peil heeft bereikt. Dit is door een rood punt op het oliekijkglas
(18) aangeduid (afb. 10).
Overschrijd niet de maximale vulhoeveelheid. Het overvol ma-
ken kan schade aan het toestel berokken. Plaats de oliesluitdop
(16) terug in het olievulgat (20).
38
NL/BE
11.6 Schoonmaken van de aanzuigfilter
(afb. 3, 11, 12)
De aanzuigfilter voorkomt het binnenzuigen van stof en vuil.
Deze filter dient minstens om de 300 bedrijfsuren schoon te
worden gemaakt. Een verstopt geraakte aanzuigfilter vermin-
dert aanzienlijk het vermogen van de compressor.
Verwijder de aanzuigfilter door de vleugelschroef (E) open te
draaien.
Trek daarna het filterdeksel (C) af. U kann dan de luchtfilter (F)
en het filterhuis (D) uitnemen. Klop de luchtfilter, het filterdeksel
en het filterhuis voorzichtig uit.
Deze componenten moeten daarna met perslucht (ca. 3 bar)
worden uitgeblazen en in omgekeerde volgorde worden her-
monteerd.
11.7 Service-informatie
U moet er rekening mee houden dat bij dit product de volgen-
de delen onderhevig zijn aan een slijtage door gebruik of een
natuurlijke slijtage, resp. dat de volgende delen nodig zijn als
verbruiksmaterialen.
Slijtstukken*: luchtfilter
* niet verplicht bij de leveringsomvang begrepen!
11.8 Opbergen
m Let op!
Trek de netstekker uit het stopcontact, ontlucht het
toestel en alle aangesloten pneumatische gereed-
schappen. Berg de compressor op zodat hij niet
door onbevoegden in werking kan worden gesteld.
m Let op!
De compressor alleen in een droge en voor onbe-
voegden ontoegankelijke omgeving opbergen.
Niet kantelen, alleen recht staand opbergen! Olie
kan uitlopen!
11.8.1 Aflaten van de overdruk
Laat de overdruk in de compressor af door de compressor uit
te schakelen en de in het drukvat nog aanwezige perslucht te
verbruiken, b. v. door een pneumatisch gereedschap met nul-
last de laten draaien of met een uitblaaspistool.
12. Transport
Gebruik de transportgreep (1) voor transport en rijd er de com-
pressor mee.
Let bij het heffen van de compressor op het gewicht (zie tech-
nische gegevens).
Zorg bij het transport van de compressor in aangedreven voer-
tuigen voor een goede laadbeveiliging.
13. Afvalverwijdering en recyclage
Het toestel bevindt zich in een verpakking om transportschade
te voorkomen. Deze verpakking is een grondstof en bijgevolg
herbruikbaar of kan in de grondstofkringloop teruggebracht
worden.
Het toestel en zijn accessoires bestaan uit diverse materialen,
zoals b. v. metaal en kunststof. Ontdoe u van defecte onderdelen
op de inzamelplaats waar u gevaarlijke afvalstoffen mag afge-
ven. Informeer u in uw speciaalzaak of bij uw gemeentebestuur!