HKS 28 A.book Seite 54 Dienstag, 5. September 2017 2:51 14
Veiligheidsvoorschriften voor cirkelzagen
Als u een zaagmachine die in het werkstuk
steekt weer wilt starten, centreert u het zaag-
blad in de zaaggroef en controleert u of de
zaagtanden niet in het werkstuk zijn vastge-
haakt. Als het zaagblad vastklemt, kan het uit
het werkstuk bewegen of een terugslag veroor-
zaken wanneer de zaagmachine opnieuw
wordt gestart.
Ondersteun grote platen om het risico van een
terugslag door een vastklemmend zaagblad
te verminderen. Grote platen kunnen onder
hun eigen gewicht doorbuigen. Platen moeten
aan beide zijden worden ondersteund, zowel
in de buurt van de zaagopening als aan de
rand.
Gebruik geen stompe of beschadigde zaag-
bladen. Zaagbladen met stompe of verkeerd
gerichte tanden veroorzaken door een te nau-
we zaagopening een verhoogde wrijving, vast-
klemmen van het zaagblad of terugslag.
Draai voor het begin van de zaagwerkzaam-
heden de instellingen voor de zaagdiepte en
de zaaghoek vast. Als de instellingen tijdens
het zagen veranderen, kan het zaagblad vast-
klemmen en kan er een terugslag optreden.
Wees bijzonder voorzichtig bij „invallend za-
gen" in bestaande muren of andere plaatsen
zonder voldoende zicht. Het invallende zaag-
blad kan bij het zagen in niet-zichtbare voor-
werpen blokkeren en een terugslag veroorza-
ken.
Controleer voor elk gebruik of de onderste be-
schermkap correct sluit. Gebruik de zaagma-
chine niet als de onderste beschermkap niet
vrij kan bewegen en niet onmiddellijk sluit.
Klem of bind de onderste beschermkap nooit
in de geopende stand vast. Als de zaagmachi-
ne op de vloer valt, kan de onderste bescherm-
kap verbogen worden. Open de beschermkap
met de terugtrekhendel en controleer dat de
kap vrij beweegt en dat deze bij alle zaaghoe-
ken en zaagdiepten het zaagblad of andere
delen niet aanraakt.
Controleer de functie van de veer voor de onder-
ste beschermkap. Als de onderste beschermkap
en de veer niet correct werken, dient u de zaag-
machine te laten repareren voordat u deze ge-
bruikt. Beschadigde delen, plakkende aanslag of
ophoping van spanen laten de onderste be-
schermkap vertraagd werken.
54
Open de onderste beschermkap alleen met de
hand bij bijzondere zaagwerkzaamheden,
zoals invallend zagen en haaks zagen. Open
de onderste beschermkap met de terugtrek-
hendel en laat deze los zodra het zaagblad in
het werkstuk is ingevallen. Bij alle andere
zaagwerkzaamheden moet de onderste be-
schermkap automatisch werken.
Leg de zaagmachine niet op de werkbank of
op de vloer zonder dat de onderste bescherm-
kap het zaagblad bedekt. Een onbeschermd
uitlopend zaagblad beweegt de zaagmachine
tegen de zaagrichting en zaagt wat er in de
weg komt. Let op de uitlooptijd van de zaagma-
chine.
Werk met de zaagmachine niet boven uw
hoofd. Zo heeft u geen voldoende controle over
het elektrische gereedschap.
Gebruik een geschikt detectieapparaat om
verborgen stroom-, gas- of waterleidingen op
te sporen of raadpleeg het plaatselijke ener-
gie- of waterleidingbedrijf. Contact met elektri-
sche leidingen kan tot brand of een elektrische
schok leiden. Beschadiging van een gasleiding
kan tot een explosie leiden. Breuk van een wa-
terleiding veroorzaakt materiële schade.
Gebruik het elektrische gereedschap niet sta-
tionair. Het is niet geconstrueerd voor gebruik
met een zaagtafel.
Gebruik geen zaagbladen van HSS-staal.
Dergelijke zaagbladen kunnen gemakkelijk
breken.
Gebruik geen slijpschijven. Slijpschijven zijn
voor dit gereedschap niet toegestaan.
Houd het elektrische gereedschap tijdens de
werkzaamheden stevig met beide handen
vast en zorg ervoor dat u stevig staat. Het
elektrische gereedschap wordt met twee han-
den veiliger geleid.
Zet het werkstuk vast. Een met spanvoorzie-
ningen of een bankschroef vastgehouden werk-
stuk wordt beter vastgehouden dan u met uw
hand kunt doen.
Wacht tot het elektrische gereedschap tot stil-
stand is gekomen voordat u het neerlegt. Het
inzetgereedschap kan vasthaken en dit kan tot
het verlies van de controle over het elektrische
gereedschap leiden.