FITNESSCIJFER / TEST- „ONTSPANNINGSPOLSSLAG"
Uw ergometer biedt de mogelijkheid, een evaluatie van uw individuele
fitness in de vorm van een „fitnesscijfer" door te voeren. Het meetprin-
cipe is gebaseerd op het feit dat bij gezonde, goed getrainde personen
de polsslagfrequentie binnen een bepaalde tijdspanne na de training
sneller daalt dan bij gezonde, minder goed getrainde personen. Voor
de vaststelling van de fitnesstoestand wordt er daarom op het verschil
van de polsslagfrequentie op het einde van de training (beginpolsslag)
en een minuut na het einde van de training (eindpolsslag) beroep ge-
daan. Start deze functie pas wanneer u een tijdje getraind hebt. Voor
het begin van de functie „Ontspanningspolsslag" moet u uw actuele
polsslagfrequentie laten weergeven doordat u uw handen op de hand-
pulsvoelers legt of met cardioborstgordel traint .
1. Druk de toets „Test" in en leg daarna beide handen voor de polsslag-
meting tegen de voelers.
2. De computer gaat over naar de modus „STOP", in het midden van
het display wordt er een groot hartsymbool weergegeven en de auto-
matische meting „Ontspanningspolsslag" wordt geïntroduceerd.
3. De tijd, die op het display begint, wordt 0:60 aan achteruit geteld
4. In het veld „Beoogde polsslag „ wordt de beginpolsslag in het begin
van de meting weergegeven. Daarbij wordt er op het gemiddelde van
de vier hoogste polsslagwaarden tijdens de laatste 20 seconden voor
het indrukken van de toets „Fitness" beroep gedaan.
5. In het veld „Polsslag" wordt de op het gegeven moment gemeten
polsslagwaarde weergegeven.
6. Na verloop van een minuut is de tijd terug naar 0:00 gegaan en weer-
klinkt er een signaalgeluid. De motor keert terug. In het veld „Polsslag"
wordt de eindpolsslag op het tijdstip 0:00 aangegeven. U kunt nu uw
handen van de polsslagvoelers verwijderen. Na een aantal seconden
verschijnt in het midden van het display uw fitnesscijfer van F 1,0 - F 6,0
(systeem met schoolcijfers).
POLSSLAGMETING
Handpulsmeting:
In het linkse en rechtse stuurgedeelte is telkens een metalen contact-
plaat, de voelers, voorzien. Gelieve erop te letten dat steeds beide
handpalmen gelijktijdig met normale kracht op de voelers liggen. Zodra
er een polsslag volgt, knippert er een hart naast het polsslagdisplay.
(De handpulsmeting dient slechts ter oriëntatie omdat het door bewe-
ging, wrijving, zweet etc. tot afwijkingen van de effectieve polsslag kan
komen. Bij een klein aantal personen kan het tot foutieve functies van
de handpulsmeting komen. Indien u moeilijkheden met de handpuls-
meting ondervindt, raden wij het gebruik van een externe cardioborst-
gordel aan.)
WATT TAFELLE
RPM en vermogen in Watt van niveau 1 - niveau 24 voor AX 3000
Art.-Nr. 1907
NIVEAU
20 RPM
30 RPM
WATT
WATT
1
4
8
2
6
11
3
7
13
4
8
16
5
9
19
6
10
21
7
11
23
8
13
27
9
15
29
10
16
31
11
17
35
12
18
37
13
19
40
14
20
43
15
22
46
16
23
50
17
25
53
18
26
56
19
28
59
20
29
63
21
31
65
22
32
67
23
34
71
24
36
74
Opmerkingen:
1. De energieconsumptie (Watt) wordt gemeten door de trapsnelheid
te meten (min-1) van de as en de torsie (Nm).
2. Het apparaat is vóór verscheping geijkt om te voldoen aan vereisten
van de accuratieclassificatie, Mocht u twijfels hebben over de accura-
tie, neem dan aub contact op met uw leverancier of stuur het apparaat
naar een bevoegd laboratorium om te laten testen, og opnieuw te la-
ten ijken.
45
40 RPM
50 RPM
60 RPM
7 0 R P M
WATT
WATT
WATT
WATT
14
20
28
35
19
27
38
48
23
34
48
61
28
41
58
74
33
48
68
89
37
54
78
100
41
61
88
112
47
68
98
124
52
76
108
137
56
82
118
148
62
90
128
164
66
96
138
172
70
103
148
185
75
110
158
201
79
117
168
215
85
125
178
228
90
133
188
246
95
141
198
251
100
149
208
272
104
156
218
283
108
162
228
291
113
168
238
303
120
175
248
320
127
182
258
335
NL
8 0 R P M
WATT
42
60
77
93
110
125
142
159
176
187
203
220
236
252
269
286
304
318
332
346
361
378
397
416