NL
BE
Draag een ademhalingsbescherming
Gevaardoorsnijdwonden!Draag
tegen snijdwonden beschermende
handschoenen
Beschermniveau II (Dubbele isolatie)
Machines horen niet bij huishoude-
lijk afval thuis
Symbolen in de handleiding:
Gevaarsymbolen met gege-
vens ter preventie van licha-
melijke letsels en materiële
schade.
Gebodsteken met gegevens ter
preventie van beschadigingen.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Sluit het apparaat aan op het
elektriciteitsnet
Aanwijzingsteken met informatie
voor een betere omgang met het
apparaat.
Algemene
veiligheidsinstructies voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle
veiligheidsinstructies en aan-
wijzingen. Verzuim bij de nale-
ving van de veiligheidsinstructies en
aanwijzingen kan een elektrische
schok, brand en/of ernstige ver-
wondingen veroorzaken.
Bewaar alle veiligheidsinstructies
en aanwijzing voor de toekomst.
68
Het in de veiligheidsinstructies gebruikte
begrip „Elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrisch gereedschap met
netvoeding (met netsnoer) en op elektrisch
gereedschap met batterijvoeding (zonder
netsnoer).
1) VEILIGHEID OP DE WERKPLAATS
a) Houd uw werkruimte netjes en
goed verlicht. Wanorde of onverlich-
te werkomgevingen kunnen tot ongeval-
len leiden.
b) Werk met het elektrische ge-
reedschap niet in een explosieve
omgeving, waarin er zich brand-
bare vloeistoffen, gassen of stof-
fen bevinden. Elektrisch gereedschap
produceert vonken, die het stof of de
dampen kunnen doen ontsteken.
c) Houd kinderen en andere per-
sonen tijdens het gebruik van
het elektrische gereedschap op
een veilige afstand. In geval van
afl eidingkuntudecontroleoverhet
apparaat verliezen.
2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a) De aansluitstekker van het elek-
trische gereedschap moet in het
stopcontact passen. De stekker
mag op geen enkele manier ve-
randerd worden. Gebruik geen
adapterstekkers samen met
geaard elektrisch gereedschap.
Ongewijzigde stekkers en passende
stopcontacten doen het risico voor een
elektrische schok afnemen.
b) Vermijd lichamelijk contact met
geaarde oppervlakken, zoals
van buizen, verwarmingsinstal-
laties, fornuizen en koelkasten.
Er bestaat een verhoogd risico door