op niet meer dan 10 m van elkaar
∆
bij elk bord dat betrekking heeft op chemische
∆
gevaren ter informatie van reddingsdiensten
Alle gedeelten van een elektrische veiligheidsafrastering
die langs een openbare weg of pad verlopen, dienen in
korte afstanden van waarschuwingsborden te worden
voorzien die stevig aan de palen of draden zijn
gemonteerd.
Het waarschuwingsbord dient minstens
∆
100 x 200 mm groot te zijn.
De achtergrondkleur voor beide zijden van het
∆
waarschuwingsbord dient geel te zijn. Het
opschrift op de borden dient zwart te zijn en òf
het volgende symbool te vertonen:
dan wel van een tekst in de zin van "PAS OP -
SCHRIKDRAAD" zijn voorzien.
Het schrift moet onuitwisbaar zijn, aan beide
∆
zijden van het waarschuwingsbord zijn
aangebracht en een hoogte van minstens 25 mm
hebben.
Zorg ervoor dat alle op het net werkende bijbehorende
apparatuur die met het circuit van de elektrische
veiligheidsafrastering is verbonden, een mate van
isolatie tussen het afrasteringscircuit en het
verzorgingsnet biedt die overeenkomt met de isolatie
van het elektro-afrasteringsapparaat.
De bedrading van de nettoevoer mag niet in dezelfde
isolatiebuis worden aangebracht als signaalkabels die
bij de elektrische veiligheidsafrasteringsinstallatie
behoren.
De bijbehorende apparatuur dient tegen
weersinvloeden te worden beschermd, tenzij deze
apparatuur door de fabrikant voor gebruik in de
openlucht is vrijgegeven en een minimum
beveiligingsgraad IPX 4 vertoont.
Vaak Gestelde Vragen/Problemen
Opheffen
Welk voltage heb je nodig om dieren in bedwang te
houden?
4 kV is een algemeen geaccepteerd en geadviseerd
minimum voltage om dieren in bedwang te houden.
Bovendien heeft u echter een goed en stevig
afrasteringssysteem nodig om te voorkomen dat de
dieren door geëlektrificeerde draden heen duwen.
Het voltage van de afrastering is lager dan 4 kV. Hoe
verhoog ik dit voltage?
Controleer het elektro-afrasteringsapparaat. Scheid
het elektro-afrasteringsapparaat van de afrastering en
het aardingssysteem. Meet met behulp van een
Speedrite Fault Finder, DVM of Lite Tester de spanning
bij de klemmen van het elektro-afrasteringsapparaat.
Als de spanning lager is dan 6 kV, breng het apparaat
dan naar de Speedrite klantenservice.
Controleer vervolgens de aarding van het elektro-
afrasteringsapparaat. Ga daarbij te werk als onder
Een aardingssysteem installeren en testen op blz. 56 is
beschreven.
Zoek nu de afrastering naar defecten af. Defecten
aan de afrastering vormen de meest voorkomende
oorzaak voor lage spanningswaarden
Als de afrastering, aarding en het elektro-
afrasteringsapparaat in goede conditie verkeren en de
spanning desondanks onder 4 kV ligt, dient u contact
op te nemen met uw Speedrite dealer. Daar kan men u
helpen bij het zoeken naar de oorzaak, bijvoorbeeld of
de onvoldoende spanning te wijten kan zijn aan een
onlangs uitgevoerde uitbreiding van de afrastering dan
wel aan een gebrekkige afrasteringsconstructie of aan
de bodemcondities.
Hoe kan ik defecten opsporen?
Voor het opsporen van defecten adviseren wij het
gebruik van de Speedrite Fault Finder. Met dit
gecombineerde spannings- en stroommeetapparaat
kunt u stroomlekken snel lokaliseren. Als alternatieve
mogelijkheid kunt u een Speedrite DVM of Lite Tester
gebruiken. Gebruik aan/uit-schakelaars om de
stroomvoorziening voor verschillende
afrasteringsgedeelten te onderbreken. Als de spanning
op de afrastering stijgt wanneer een bepaald
afrasteringsgedeelte is uitgeschakeld, dient u dit
gedeelte op mogelijke defecten te onderzoeken.
Er knippert geen lampje op het Delta elektro-
afrasteringsapparaat.
Controleer de stroomvoorziening. Overtuig u ervan dat
deze is ingeschakeld. Als het elektro-
afrasteringsapparaat desondanks niet functioneert,
brengt u het naar de Speedrite klantenservice.
61