Gevaar!
Geluid en vibratie
De geluids- en vibratiewaarden werden bepaald
volgens EN 61029.
Geluidsdrukniveau L
pA
Onzekerheid K
...................................... 3 dB(A)
pA
Geluidsvermogen L
WA
Onzekerheid K
..................................... 3 dB(A)
WA
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Waarschuwing!
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens een genormaliseerde testprocedure en
kan veranderen naargelang van de wijze waarop
het elektrische gereedschap wordt gebruikt en
in uitzonderingsgevallen boven de opgegeven
waarde liggen.
De vermelde trillingsemissiewaarde kan worden
gebruikt om elektrische gereedschappen onder-
ling te vergelijken.
De vermelde trillingsemissiewaarde kan ook wor-
den gebruikt om voor begin van de werkzaamhe-
den de nadelige gevolgen te beoordelen.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
•
Gebruik enkel intacte toestellen.
•
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
•
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
•
Overbelast het toestel niet.
•
Laat het toestel indien nodig nazien.
•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
Voorzichtig!
Restrisico's
Er blijven altijd restrisico's over ook al wordt
dit elektrisch gereedschap naar behoren be-
diend. Volgende gevaren kunnen zich voordo-
en in verband met de bouwwijze en uitvoe-
ring van dit elektrisch gereedschap:
1. Longletsels indien geen gepaste stofmasker
wordt gedragen.
2. Gehoorschade indien geen gepaste gehoor-
beschermer wordt gedragen.
Anl_TC_SP_204_2_SPK13.indb 89
Anl_TC_SP_204_2_SPK13.indb 89
....................... 92,9 dB (A)
...................... 105,9 dB (A)
NL
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
•
Waarschuwing! Trek vóór alle onderhouds-,
schoonmaak- en instelwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
•
Controleer regelmatig of messen (21) en
grendel (22) in de messenblok (23) goed be-
vestigd zijn. (Fig. 16)
•
De messen (21) mogen aan de messenblok
(23) maximaal 1,1 mm uitsteken.
•
Verwijder nooit de veiligheidsafdekkingen van
de machine, tenzij voor de klantendienst of
voor herstelwerkzaamheden.
•
De veiligheidsafdekkingen moeten altijd
intact zijn. Bevestig en beveilig de veiligheid-
safdekkingen op de voorziene plaats vóór elk
gebruik van de machine.
•
Indien u de machine in gesloten ruimten
gebruikt, sluit dan een stofafvoer aan op de
spaanafzuiging (5).
•
Controleer de anti-terugslagklauwen (24) op
foutloze werking (fig. 17). De klauwen moeten
licht beweeglijk zijn, zodat ze vrij hangend
naar beneden wijzen.
•
Draag steeds een oogbescherming.
•
Snij nooit bochten, pennen of vormen.
•
Vlak- en vandiktebank uitpakken en contro-
leren op eventueel voorhanden zijnde trans-
portschade.
•
De machine moet worden opgesteld zodat ze
veilig staat en gericht.
•
Vóór ingebruikneming dienen alle afdekkin-
gen en veiligheidsinrichtingen naar behoren
te zijn gemonteerd.
•
Het schaafmes moet vrij kunnen draaien.
•
Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwer-
pen letten zoals b.v. nagels of schroeven etc.
•
Voordat u de AAN-/UIT-schakelaar (1) indrukt
dient u er zich van te vergewissen dat het
schaafmes correct is gemonteerd en bewe-
gelijke onderdelen gemakkelijk bewegen.
•
Controleer of de gegevens vermeld op het
kenplaatje overeenkomen met de gegevens
van het stroomnet alvorens de machine aan
te sluiten.
•
Controleer door zichtcontrole of de toevoer-
en afvoerwalsen (f) gelijkmatig lopen met de
dikteschaven (z. fig. 8).
- 89 -
15.02.2024 08:51:20
15.02.2024 08:51:20