Steek de zonnekabelstekker
van de zonnecel in de zonnestroomaanslui-
ting
van de spot
8
zoals beschreven in ‚Zonnecel
12
teren'.
Opmerking: na 4 tot 6 dagen met goede
zonnestralen is de batterij weer opgeladen.
De duur van de laadprocedure is afhankelijk
van de laadtoestand van de batterij en de
kwaliteit van het zonlicht.
Montage
Opmerking: verwijder het verpakkingsmateri-
aal alstublieft in zijn geheel. Beslis voorafgaand
aan de montage waar u de zonnecel
spot
wilt monteren. De zonnecel
10
spot
kunnen onafhankelijk van elkaar worden
10
gemonteerd, maar moeten na de montage met
de ca. 5 m lange stroomkabel van de zonnecel
worden verbonden. Leg de stroomkabel na
12
de montage dusdanig dat deze niet aan me-
chanische belastingen wordt blootgesteld. Ge-
bruik voor de bevestiging van de stroomkabel
gangbaar installatiemateriaal zoals bijv. kabel-
klemmen of een kabelkanaal om beschadigingen
aan de kabelisolatie te vermijden.
Opmerking: het meegeleverde bevestigings-
materiaal is geschikt voor gebruikelijk, vast
muurwerk. Voor een andere ondergrond heeft
u mogelijk ander bevestigingsmateriaal nodig.
Neem eventueel contact op met een vakman.
Spot monteren
Waarborg dat u niet op stroom-, gas- of water-
leidingen stoot als u in de wand boort. Gebruik
een boormachine om de gaten in het muurwerk
van de kabel
14
. Plaats de zonnecel
10
mon-
12
en de
12
en de
12
te boren. Neem de veiligheidsinstructies uit de
bedienings- en veiligheidsopmerkingen van de
boormachine in acht. Anders bestaat er kans op
de dood of op letsel als gevolg van een elektri-
sche schok.
Let tijdens de keuze van de montageplek voor
de spot
op de volgende dingen:
10
Controleer, of de spot
gebied verlicht. U kunt de spot
Zorg ervoor dat de bewegingsmelder
het gewenste gebied registreert. De bewe-
gingsmelder
heeft een bereik van max.
9
12 m bij een detectiehoek van ca. 180°
(afhankelijk van de montagehoogte - ideaal
is een hoogte van 1,8–2,5 m) (zie afb. D).
Let erop dat de bewegingsmelder
nachts niet door straatverlichting wordt
verlicht. Dit kan de functie beïnvloeden.
Schroef het draaischarnier
montagehouder
3
verwijderen.
Gebruik de montagehouder
positie van de twee buitenste boorgaten te
markeren.
Boor de gaten en bevestig de montagehou-
der
met behulp van de meegeleverde
3
pluggen
en schroeven
1
Bevestig de spot
10
montagehouder
3
derde draaischarnier
en het onderlegplaatje
de veerring
en het onderlegplaatje
5
net zo zijn gepositioneerd als weergegeven
op afbeelding A.
het gewenste
10
bewegen.
10
9
‚s
9
los om de
4
van de spot
te
10
om de
3
.
2
vervolgens aan de
met het zojuist verwij-
, de veerring
4
5
. Controleer of
6
6
NL/BE
37