Bobike Go mini Guide Rapide page 74

Optie A: Bevestiging met de standaardset voor
buizen van 22-32 mm doorsnede.
Controleer eerst of de beugel (E5) van het
bevestigingsblok goed zit: de aanduiding 'TOP' moet
aan de bovenkant zitten.
Breng vervolgens het voorste afstandsstuk van set A
(E7.1) op de juiste wijze aan in de beugel (E5) van het
bevestigingsblok, zoals op de afbeelding. Het geheel
doet u op de balhoofdbuis.
Met de beide achterdelen (E7.2 en E7.3) omknelt u
nu de balhoofdbuis. Plaats de schroeven (E4) met de
ringen (E2) in het bevestigingsblok.
Draai de schroeven aan met de inbussleutel (E1).
Controleer of het bevestigingsblok (E) goed vast zit
en niet beweegt. Deze controle is van het grootste
belang voor de veiligheid van het kind. Wij adviseren
een koppel van 6 N.m. Deze stap is uiterst belangrijk
voor de veiligheid van het kind en de bestuurder
van de fiets.
Optie B: Bevestiging met de set voor
mountainbikes met buizen van 1-1/8".
Verwijder zo nodig het stuur om genoeg ruimte te
maken voor het plaatsen van het bevestigingsblok.
Haal de originele
balhoofdbuis.
Draai de schroeven los om het geheel van E7.1 +E7.2
+E7.3, dat er standaard inzit, eruit te kunnen halen.
Het is niet nodig de schroeven te verwijderen.
Voordat u de set B plaatst (E6.1 + E6.2) controleert u
dat de beide delen volgens de afbeelding geplaatst
zijn, met de gleuven tegenover elkaar.
Breng het bevestigingsblok aan volgens de
afbeelding en schuif het sluitstuk (E6.2) van set B
erin. Let op dat de gleuf daarvan aan de onderkant
zit evenals die van het afstandsstuk. Dan zitten de al
aanwezige schroeven van het bevestigingsblok (E5)
ook goed.
Nu het bevestigingsblok (E5) en de juiste set (E6)
Hoe het kind veilig in het fietszitje te plaatsen en goed vast te zetten
1. Om het kind veilig in het fietszitje te plaatsen
moet de fiets op een vlakke en stevige ondergrond
staan, zodat die zo stabiel mogelijk staat. Zelfs als de
standaard van uw fiets zeer robuust is, dan nog moet
u de fiets altijd vasthouden wanneer u het kind in het
fietszitje plaatst of er weer uit haalt. Til uw kind op en
plaats het veilig in het fietszitje. Het is verboden voor
het kind om in z'n eentje op de fiets te klimmen of
om de voetsteunen te gebruiken om bij het fietszitje
te komen. Als u het kind in het fietszitje wilt plaatsen,
dient u eerst de veiligheidsgordels (B), door de knop
(B2.1) van de gesp (B2) in te drukken en die omhoog
te schuiven - hierdoor kunt u het kind gemakkelijker
in het fietszitje zetten.
Optie A: Druk op de knop van de veiligheidsgesp om
de veiligheidsgesp (B1) te openen. Plaats het kind in
het fietszitje. Doe de schouderbandjes om en sluit
daarna de veiligheidsgesp. Gebruik de verstelgespen
voor het afstellen van de lengte van de gordel, zodat
uw kind goed en veilig vastzit.
Optie B: Druk op de knop van de veiligheidsgesp om
de veiligheidsgesp (B1) te openen. Vervolgens maakt
u de gesp los en splits deze door 1 helft omhoog, en
de andere helft omlaag te schuiven. Zet het kind op
de stoel, plaats de schouderbanden en verbind het
vervolgens door de twee delen van de gesp samen te
schuiven en de veiligheidsgesp te sluiten. Controleer
voordat u de gesp vastmaakt, of beide zijden stevig
zijn verbonden.
afstandsstukken van
geplaatst zijn, gaan we het geheel vastdraaien. Breng
daartoe de moeren (E6.3) aan in de openingen van
het achterdeel (E6.2) van de set. Let op: de moeren
zijn zelftappend, dus ze moeten goed zitten, met de
blauwe cirkel aan de buitenkant.
Nu het bevestigingsblok (E5) en de juiste set (E6)
geplaatst zijn, gaan we het geheel vastdraaien. Breng
daartoe de moeren (E6.3) aan in de openingen van
het achterdeel (E6.2) van de set. Let op: de moeren
zijn zelftappend, dus ze moeten goed om zitten, met
de blauwe cirkel aan de buitenkant.
Draai de schroeven aan met de inbussleutel (E1).
Controleer of het bevestigingsblok (E) goed vast zit
en niet beweegt. Deze controle is van het grootste
belang voor de veiligheid van het kind. Wij adviseren
een koppel van 6 N.m. Deze stap is uiterst belangrijk
voor de veiligheid van het kind en de bestuurder
van de fiets.
4. Nu optie A of optie B is uitgevoerd, controleert u
nogmaals of het bevestigingsblok (E) goed vast zit en
in de juiste positie ten opzichte van het stuur en het
wiel. Het bevestigingsblok (E) moet zo laag mogelijk
rond de balhoofdbuis zitten.
de
5. Om het kinderzitje te plaatsen steekt u de metalen
pennen (A1) door de openingen (E5.1) in de beugel
(E5) van het bevestigingsblok. U hoort een klikje als
de pennen (A1) ver genoeg erin zitten. Ze steken dan
iets uit onder het bevestigingsblok (E).
6. Nu moet nog de veiligheidsring (E3) worden
aangebracht door het gat onderin de metalen pen
(A1). Deze stap is van het grootste belang voor de
veiligheid van het kind. Controleer dat het kinderzitje
verticaal geplaatst zit.
7. Ga vervolgens op de fiets zitten en verzeker u ervan
dat u nog steeds goed kunt sturen en remmen met
het fietszitje. Controleer eveneens of er voldoende
ruimte is voor het kind tussen het zitje en het stuur.
Voordat u gaat fietsen, moet u altijd goed controleren
of het kind goed vastzit en of de gordel nauw sluit
maar niet zo strak zit dat het kind er pijn van
ondervindt. U kunt met de verstelgespen (B2) de
lengte van de veiligheidsgordels (B) afstellen op de
groei, de lengte en het gewicht van het kind. Hiervoor
schuift u de verstelgespen omhoog of omlaag, totdat
de gewenste lengte is bereikt.
2. Het riempje van de voetsteun (D) kunt u losmaken
door het iets omhoog te trekken, zodat het loskomt
van de uitstulping (D3). Daarna schuift u het
riempje verder omhoog totdat het onderste deel
uit de geleider komt. Zet de voet van het kind in de
voetsteun. Om het voetriempje (D1) vast te maken,
steekt u het dunne uiteinde van het riempje (D1)
door de gleuf van de voetsteun. U kunt het riempje
vastzetten door het omlaag te trekken en het
gewenste gat over de uitstulping (D3) te duwen. Het
riempje (D1) zit nu goed vast over de uitstulping (D3).
Nu moet nog de hoogte van de voetsteunen
worden aangepast bij de grootte van het kind. Druk
daartoe de knop (D2) van de voetsteun in en schuif
de voetsteun (D) omhoog of omlaag naar de juiste
hoogte. Laat de knop los, zodat de voetsteun (D)
vergrendeld blijft zitten in de bedoelde positie. U
hoort een klikje en de knop (D2) moet naar buiten
uitsteken. N.B.: Het is het beste de voetsteunen zo af
te stellen dat het kind de knieën iets meer gestrekt
dan gebogen heeft, zodat het comfortabel zit.
57