Onderhoud
Reinig de externe onderdelen van het product.
Controleer of de activeringsschakelaar en de vergrendeling van de activerings-
schakelaar goed werken.
Reinig de kettingrem en controleer of deze veilig en correct werkt. Controleer of
de kettingvanger niet beschadigd is. Vervang indien nodig.
Draai de geleider, zodat slijtage gelijkmatig wordt verdeeld. Controleer of de
smeeropening in de geleider niet is verstopt. Maak de groef schoon.
Controleer of er voldoende olie is op de geleider en zaagketting.
Controleer de zaagketting. Let op scheuren en zorg dat de zaagketting niet
overmatig stug of versleten is. Vervang indien nodig.
Slijp de zaagketting. Controleer de spanning en staat van de ketting. Controleer
het kettingaandrijfwiel op slijtage en vervang het indien nodig.
Reinig de luchtinlaat van het product.
Controleer of de schroeven en moeren goed zijn vastgedraaid.
Controleer of het toetsenblok correct werkt en niet beschadigd is.
Verwijder bramen op de randen van de geleider met een vijl.
Controleer de verbindingen tussen de accu en het product. Controleer de verbin-
ding tussen de accu en de acculader.
Leeg en reinig de olietank.
Blaas voorzichtig perslucht door het product en door de koelsleuven van de
accu.
De veiligheidsvoorzieningen op het
product onderhouden en controleren
De terugslagbeveiliging controleren
Controleer de terugslagbeveiliging regelmatig.
1. Controleer of de terugslagbeveiliging
beschadigingen vertoont zoals materiaalbarsten.
1036 - 009 - 01.03.2023
Vóór ge-
2. Zorg ervoor dat de terugslagbeveiliging vrij beweegt
en dat deze veilig op het product is bevestigd.
De remschakelaar controleren
1. Start het product en zorg ervoor dat de zaagketting
niet in aanraking komt met de grond of een object.
Product starten op pagina 48 voor instructies.
Zie
Maande-
Wekelijks
bruik
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
lijks
X
X
X
53