(BWRK)-categorie
VERWIJDEREN
VERWIJDEREN ........... Voor het verwijderen van films.
VERWIJDEREN ........... Voor het verwijderen van foto's.
BEVEILIGEN
BEVEILIGEN ................ Beveiligt films om te vermijden dat deze per ongeluk worden gewist.
BEVEILIGEN ................ Beveiligt foto's om te vermijden dat deze per ongeluk worden gewist.
SPLITSEN .............................. Voor het splitsen van films.
AFSP.LIJST BWRK.
TOEVOEGEN .............. Voegt films toe aan een afspeellijst.
TOEV.op datum ........ Voegt alle films die op dezelfde dag werden opgenomen toe aan een
WISSEN ......................... Verwijdert films uit een afspeellijst.
ALLES WISSEN ........... Verwijdert alle films uit een afspeellijst.
VERPLTSEN .................. Wijzigt de volgorde van films in een afspeellijst.
(OVERIG)-categorie
PROJECTOR
*
BRON ................................. Projecteert beelden die opgenomen zijn op andere apparaten (p. 18).
SCHERMFORMAAT ........ Wijzigt de breedte-/hoogteverhouding van geprojecteerde beelden (p. 18).
USB-AANSLTING
USB-AANSLTING ...... Voor het aansluiten van de geheugenkaart via USB.
DISC BRANDEN .............. Voor het opslaan van beelden op discs (p. 20).
INFO OVER ACCU .................... Toont de accu-informatie.
(MEDIA BEHEREN)-categorie
MEDIA-INFO .............................. Toont informatie over de opnamemedia, zoals de vrije schijfruimte.
MEDIA FORMATT. .................... Verwijdert alle gegevens op de geheugenkaart.
BLD.DB.BEST.REP. ..................... Herstelt het beelddatabasebestand op de geheugenkaart (p. 40).
(ALGEMENE INST.)-categorie
INS.GELUID/WRGV
VOLUME ............................ Voor het regelen van het geluidsvolume (p. 14).
PIEPTOON ........................ Voor het instellen van het al dan niet weergeven van bewerkingspieptonen.
LCD HELDER .................... Past de helderheid van het LCD-scherm aan.
NIV.AV.LCD ....................... Past de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan.
LCD KLEUR ....................... Past de kleurintensiteit van het LCD-scherm aan.
DISPLAYINSTELL. .......... Stelt in hoe lang de pictogrammen of aanduidingen worden weergegeven
UITVOERINSTELL.
TV-TYPE ............................. Converteert het signaal afhankelijk van het type aangesloten tv (p. 19).
DISPLAY ............................ Om in te stellen of de scherminformatie wordt weergegeven op het
NL
afspeellijst.
op het LCD-scherm.
televisiescherm.